Job and His Friends.
De morgenster
Star angel,
Job uit het land Oets (of het land Uz) heeft waarschijnlijk in de tijd van de aartsvaders geleefd. Dat komt niet alleen tot uiting in de stijl van het verhaal, maar ook bijvoorbeeld in de Godsnamen in gebruik. De naam 'Sjaddaj' (de Almachtige) komt 48 maal in het Oude Testament voor, waarvan 31 keer in Job en 6 keer in Genesis.
In het boek Job komt de term engelen (Mal'ak) twee keer voor, en in sommige vertalingen 2 keer extra.
Zie, in zijn dienaren stelt hij niet alle vertrouwen,- en zijn engelen legt hij dwaling ten laste,Job 4:18
Hier is Temaniet Elifaz aan het woord tegen Job.
Teman was een van de belangrijkste steden van Edom, en stond bekend om de wijsheid van zijn bewoners.
Verderop heeft Elifaz het over heiligen (Qadowsh),
dat in andere vertalingen ook weergegeven wordt als
engelen.
Roep toch!, is er iemand die je antwoordt?, tot wie van de heiligen wil je je wenden?Job 5:1
Zie, in zijn heiligen heeft hij al geen vertrouwen,- en de hemelen zijn ook niet zuiver in zijn ogen!Job 15:15
Helemaal honderd procent mogen we deze woorden niet als waar overnemen;
Na zijn woorden tot Job richtte God zich tot Elifaz:
'Zeer ontstemd ben Ik over u en uw beide vrienden,
want u hebt van Mij niet zo'n zuiver beeld gegeven als mijn dienaar Job.'
Ook een andere vriend van Job, Elihoe vertelt over engelen:
Als er dan boven hem een engel is, een voorspraak, één uit een duizendtal,-Job 33:23
Opvallender dan de vermeldingen over engelen (en heiligen) zijn de vele interpretaties over het begin van het verhaal, dat verderop in Job nog een keer bijna letterlijk herhaald wordt:
Het geschiedt op een dag dat de zonen van God zich komen opstellen voor de Ene; onder hen komt ook de satan aan om zich op te stellen voor de Ene.Job 2:1
De satan of tegenstander wordt meestal breed uitgelicht in de besprekingen;
hier wilde ik meer de aandacht vestigen op de 'zonen van God'.
Deze term komt 6 keer voor in het Oude Testament, waarvan 3 maal bij Job
en 2 keer in Genesis, in het verhaal over de
'zonen van God' en de dochters
van de mens.
Vrij vertaald: de engelen komen in de hemel in de vergadering voor God.
Waarop zijn haar sokkels afgezonken,- of wie was de steller van haar hoeksteen, bij het eenparig gejuich van de morgensterren,- en het geschal van alle zonen van God?Job 38:6,7
De zonen van God worden ook vergeleken met de morgensterren (Boqer Kowkab),
zoals hierboven aangegeven in Job.
Vanuit Jesaja (14:12) wordt de morgenster (Heylel, licht-drager) genoemd als de koning van Babel, en hoewel velen hier een verwijzing in zien naar de al
eerder genoemde lucifer of satan, staat verderop in het verhaal van Jesaja: 'is dit de man'...
- Het Hebreeuwse begrip 'HeYLeL BeN-ShaCHaR' betekent 'heldere zoon van de morgen', 'heldere morgenster', 'lichtgevende zoon van de ochtend'.
Dit is vertaald naar 'Phosphorus', het Griekse woord voor Venus, als de morgenster, en later naar Lucifer als de lichtbrenger, in de Griekse Septuagint vertaling.
In Openbaringen geeft Jezus de morgenster (Aster Ho Proinos) aan de overigen in de gemeente Tyatira, (2:28)
en noemt Jezus zichzelf 'de stralende morgenster' (Aster Ho Lampros Ho Proinos) (22:16).
Dan hebben we nog 2 Petrus, waarin de volgende vergelijking gemaakt wordt met de licht-drager (Phosphoros):
totdat de dag gaat gloren en de morgenster opgaat in uw harten;2 Petrus 1:19
Het lijkt erop dat in de 5 keer dat het begrip morgenster voorkomt in de Nederlandse vertaling van de bijbel, dit elke keer als een vergelijking opgevat mag worden, en dat de morgensterren niet automatisch synoniem is aan engelen, Jezus of de satan. Zoals de originelen ook al aangeven, twee verschillende uitdrukkingen in het Hebreeuws, twee verschillende uitdrukkingen in het Grieks...
Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de
Naardense Bijbel.
Andere verwijzingen: