-> Woord -> Engelen in de literatuur -> Het uur van de Engelen.

 Trussoni, Danielle
 omvang: 485 blz.
 Verschenen: 2010
 Uitgever: A.W. Bruna
 ISBN: 9789022996706
 prijs: € 19,95

I

'Reuzen, Nephilim, de Mannen van Naam; dat zijn de oude namen voor de kinderen van engelen. Vroege christelijke wetenschappers stelden dat engelen onstoffelijk waren. Ze beschreven ze als vol licht, spectraal, verlicht, vluchtig, niet-lijflijk, subliem. Engelen waren de boodschappers van God, oneindig in aantal, geschapen om Zijn wil door te geven van het ene rijk naar het andere. Mensen waren minder volmaakt geschapen - naar Gods beeld, maar van klei - en konden alleen vol ontzag kijken naar de lichtende onstoffelijkheid van de engelen. Het waren superieure schepsels die werden gekenmerkt door het lichaam vol licht, snelheid en heilige doelen. Hun schoonheid paste bij hun rol als intermediair tussen God en de schepping. En toen mengden er zich een paar, een stel opstandige engelen, onder de mens. De reuzen waren het ongelukkige resultaat'.
'Vrouwen kregen kinderen van engelen. De technische details van dat mengen zijn heel lang onderwerp geweest van intens onderzoek. Eeuwenlang heeft de Kerk ontkend dat ze zich überhaupt hebben voortgeplant. De passage in Genesis brengt degenen die geloven dat engelen geen lijfelijke verschijningsvorm hebben in verlegenheid. Om het fenomeen te verklaren beweerde de Kerk dat het voortplantingsproces tussen de engelen en mensen aseksueel was geweest, een vermenging van geesten, waarna de vrouwen in verwachting waren, een soort omgekeerde onbevlekte ontvangenis, waarvan het resultaat kwaadaardig was in plaats van heilig. Mijn leermeester, die dr. Seraphina over wie ik het had, geloofde dat dat onzin was. Door zich met vrouwen voort te planten, stelde zij, bewezen de engelen dat zij lijfelijke wezens waren die in staat waren tot seksuele omgang. Ze geloofde dat het engelenlichaam sterker op het menselijke lichaam lijkt dan men dacht. In de loop van ons onderzoek hebben we de geslachtsdelen van een engel in kaart gebracht, er foto's van genomen die voor eens en altijd moesten bewijzen dat engelen - hoe zal ik het zeggen - gezegend zijn met hetzelfde apparaat als mensen.'
'Foto's van een engel die in de tiende eeuw is omgekomen, een man. De engelen die verliefd werden op mensenvrouwen waren allemaal mannelijk. Maar dat sluit het bestaan van vrouwelijke leden van de hemelschaar niet uit. Mensen hebben vaak gedacht dat Gabriël vrouwelijk was, hoewel niet iedereen daar hetzelfde over denkt en er ook geen bewijzen voor zijn. Men zegt wel dat een derde van de Wachters niet verliefd werd. Die gehoorzame engelen keerden terug naar de hemel, naar hun hemelse thuis, waar ze vandaag de dag nog vertoeven. Ik vermoed dat dat de vrouwelijke engelen waren, die niet in dezelfde mate werden verleid als de mannelijke engelen.
'En engelen die op aarde bleven waren in veel opzichten buitengewoon. Ik heb het altijd wonderbaarlijk gevonden hoe menselijk ze eruitzien. Hun ongehoorzaamheid kwam voort uit hun eigen vrije wil - een heel menselijke eigenschap die doet denken aan de slechte keuze die Adam en Eva in de Hof van Eden maakten. De ongehoorzame engelen waren ook in staat tot een unieke, menselijke soort van liefde - hun liefde was volledig, blind en nietsontziend. Ja, ze ruilden de hemel in voor hartstocht, een ruil die moeilijk te begrijpen is, vooral omdat jij en ik alle hoop op dergelijke liefde hebben opgegeven.'
'Wat dat betreft zijn ze fascinerend, vind je niet? Door hun vermogen gevoelens te hebben en te lijden uit naam van de liefde, kun je medelijden hebben met hun ondoordachte acties. Maar de hemel heeft geen blijk van medeleven gegeven. De nakomelingen van de engelen en de vrouwen waren monsterlijke wezens die de wereld niets dan ellende hebben gebracht.'
'Ik weet dat ze nog steeds onder ons leven. Maar ze hebben zich door de eeuwen heen ontwikkeld. Tegenwoordig leven deze wezens onder de dekking van nieuwe, uiteenlopende namen. Ze verbergen zich achter het voorkomen van oude families, uitzonderlijke rijkdom en niet na te trekken bedrijven. Je kunt het je moeilijk voorstellen dat ze hier in onze wereld leven, maar ik kan je verzekeren: als je je ogen eenmaal opent voor hun aanwezigheid, dan zie je ze overal.'
- pagina 129-131, uitleg aan Evangeline.

II

Vandaag zal ik jullie een verhaal vertellen dat de meesten op een of een of andere manier wel kennen. Het gaat over het ontstaan van onze discipline en heeft een onweerlegbaar essentiële rol in de geschiedenis gespeeld. We beginnen in de jaren voor de zondvloed, toen er vanuit de hemel een vlucht van tweehonderd engelen werd gestuurd die "de Wachters" werden genoemd om te kijken hoe het met de schepping was gesteld. De hooftwachter was volgens dit verhaal Semjeza. Semjeza was mooi en indrukwekkend, de ideale eigenschappen voor een engel. Zijn krijtwitte huid, lichte ogen en goudkleurige haar waren het toppunt van hemelse schoonheid. Semjeza voerde tweehonderd engelen door het hemelgewelf aan en rustte uit in de wereld van materie. Onder zijn hoede bevonden zich Araklba, Rameël, Tamlel, Ramlel, Danel, Ezekweël, Barakwijal, Aza-zel, Armaros, Baterel, Ananel, Zakwiël, Samzepeël, Saterel, Turel, Jomjaël, Kokablel, Arakwiël, Samsiël en Sariël.

De engelen bewogen zich ongezien onder de kinderen van Adam en Eva. Ze leefden in de schaduwen, verborgen zich in de bergen en ver¬scholen zich daar waar de mensheid hen niet kon vinden. Ze trokken van streek naar streek en volgden het handelen van de mens. Op die manier ontdekten ze de omvangrijke beschavingen langs de Ganges, de Mijl, de Jordaan en de Amazone. Ze hielden zich net buiten het bereik van de mensen op en observeerden plichtsgetrouw hun activiteiten. Op een middag, in het tijdperk van Jered, toen de Wachters op de berg Hermon waren gestationeerd, zag Semjeza een vrouw in het meer baden. Haar bruine haar dreef om haar heen. Hij riep de Wachters naar de rand van de berg en samen keken de majestueuze wezens naar de vrouw. Vol¬gens talrijke doctrines heeft Semjeza op dat moment voorgesteld dat de Wachters vrouwen zouden kiezen uit de mensendochters. Hij had de woorden nog niet uitgesproken of Semjeza werd bang. Hij kende de straf die op ongehoorzaamheid stond - hij had de val van de opstandige engelen meegemaakt - en stelde zijn plan bij. Hij zei: "De mensendochters zouden van ons moeten zijn. Maar als je me niet volgt, zal ik alleen de straf krijgen voor deze grote zonde." De Wachters sloten een pact met Semjeza en zwoeren de straffen met hun leider te ondergaan. Ze wisten dat een dergelijke afspraak verboden was en dat hun pact alle wetten van hemel en aarde schond. Niettemin daalden de Wachters van de berg Hermon af en toonden zich aan de mensenvrouwen. De vrouwen namen deze vreemde wezens tot man en werden al snel zwanger. Na enige tijd kregen de Wachters en vrouwen kinderen. Deze wezens werden Nephilim genoemd.

De Wachters keken hoe hun kinderen opgroeiden. Ze zagen dat ze an¬ders waren dan hun moeder en ook anders waren dan de engelen. Hun dochters werden langer en eleganter dan mensenvrouwen; ze waren intu¬ïtief en helderziend; ze bezaten de fysieke schoonheid van de engelen. De jongens werden langer en sterker dan normale mannen; ze hadden een scherp verstand; ze bezaten de intelligentie van de spirituele wereld. Bij wijze van geschenk brachten de Wachters hun zonen bij elkaar en onder¬richtten hen in de oorlogsvoering. Ze leerden de jongens de geheimen van vuur; hoe ze het konden doen ontbranden en onderhouden, hoe ze het konden beheersen om op te koken en te gebruiken voor energie. Dat was zo'n kostbaar geschenk dat de Wachters mythologische figuren werden in de legendes van mensen, bijvoorbeeld in het verhaal over Prometheus. De Wachters leerden hun zoons metaalbewerking, een kunst die de engelen hadden vervolmaakt maar voor de mensen verborgen hadden gehouden. De Wachters demonstreerden de kunst edelmetalen te bewerken tot armbanden, ringen en colliers. Goud en edelstenen werden uit de aarde gedolven, gepolijst en tot voorwerpen vervaardigd, waardoor ze waarde kregen. De Nephilim sloegen hun rijkdommen op, verzamelden goud en graan. De Wachters lieten hun dochters zien hoe ze kleurstoffen konden gebruiken om weefsels te verven en hoe ze hun oogleden konden kleuren met glinsterende mineralen die tot poeder waren vermalen. Ze maakten hun dochters mooi, waardoor de jaloezie van de mensenvrouwen werd opgewekt.

De Wachters leerden hun kinderen instrumenten te maken waarmee ze sterker werden dan mensen. Ze leerden hun metaal te smelten en zwaarden, messen, schilden, borststukken en pijlpunten te maken. Omdat ze inzagen dat die middelen hun macht gaven, maakten de Nephilim voorraden goede, scherpe wapens. Ze begonnen te jagen en sloegen het vlees op. Ze beschermden hun bezittingen met geweld. En er waren nog meer geschenken die de Wachters hun kinderen gaven. Ze leerden hun vrouwen en dochters geheimen die nog meer macht gaven dan vuur of metaalbewerking. Ze scheidden de vrouwen van de mannen, namen hen mee van de stad vandaan, diep de bergen in, waar ze de vrouwen lieten zien hoe ze bezweringen konden uitspreken, kruiden en wortelen moesten gebruiken om medicijnen te maken. Ze gaven hun het geheim van de magische kunst, leerden hun een systeem van symbolen om hun bezweringen op te tekenen. Al snel werden er boekrollen onder hen doorgegeven. De vrouwen die tot op dat moment waren overgeleverd aan de kracht van de mannen, werden machtig en gevaarlijk. De Wachters verspreidden steeds meer van deze hemelse geheimen onder hun dochters en vrouwen:
Barakwijal onderwees astrologie.
Kokablel leerde hun voortekenen te zien in de sterren.
Ezekweël gaf hun de praktische kennis over de wolken.
Arakwiël leerde hun de tekenen van de aarde.
Samsiël bracht de loop van de zon in kaart.
Sariël bracht de tekenen van de maan in kaart.
Armaros leerde hun tegenbezweringen.

Met die geschenken organiseerden de Nephilim zich in een stam en ze namen de wapens op om het land en de delfstoffen op te eisen. Ze volmaakten de kunst van oorlogvoering. Ze begonnen steeds meer macht over de mensheid te krijgen. Ze verklaarden zichzelf tot heersers van de aarde, namen grote stukken land voor zichzelf en eisten koninkrijken op. Ze namen slaven en vervaardigden vaandels voor hun legers. Ze verdeelden het land onder elkaar en stelden mensen aan als soldaten, kooplieden en arbeiders, die hen konden dienen. Nu ze de eeuwige geheimen kenden en omdat ze een honger naar macht hadden, overheersten de Nephilim de mens. Nu de Nephilim over de aarde heersten en de mens wegkwijnde, riep de mensheid de hemel aan om hulp. Michaël, Uriël, Raphaël en Gabriël, de aartsengelen die de Wachters hadden gadegeslagen vanaf het moment dat ze naar de wereld afdaalden, hielden ook het handelen van de Nephilim in de gaten.

Nu ze waren aangeroepen, riepen de aartsengelen de Wachters ter verantwoording en omringden hen met een kring van vuur. Ze ontwapen¬den hun broeders. Toen ze waren verslagen, werden de Wachters geboeid en weggevoerd naar een afgelegen grot, hoog in de bergen. Aan de rand van een afgrond, waar hun ketenen zwaar aan hen wogen, kregen de Wachters het bevel af te dalen. Door een kloof in de aardkorst vielen ze, dieper en dieper tuimelend, tot ze in een gevangenis van duisternis tot stilstand kwamen. Vanuit de diepten rouwden ze om lucht en licht en hun verloren vrijheid. Gescheiden van hemel en aarde en in afwachting van hun vrijlating baden ze God om vergeving. God negeerde hun smeekbeden. De Nephilim kwamen niet. De engel Gabriël, boodschapper van goed nieuws, kon de smart van de Wachters niet verdragen. In een moment van medelijden wierp hij zijn gevallen broeders zijn lier toe zodat ze hun lijden iets konden verlichten met muziek. Nog terwijl de lier viel, besefte Gabriël dat dat een fout wat De muziek van de lier was verleidelijk en machtig. De Wachters konden de lier in hun voordeel gebruiken.

In de loop der jaren is de granieten gevangenis van de Wachters 'de onderwereld' gaan heten, het land van de doden waar helden heen gaan en er eeuwig leven en wijsheid vinden. Tartarus, Hades, Kurnugia, Annwfyn, de hel - steeds meer legenden kwamen er terwijl de Wachters geketend in hun afgrond smeekten om gered te worden. Zelfs vandaag nog smeken ze ergens vanuit de diepten van de aarde om hun vrijlating. 'Over de vraag waarom de Nephilim hun vaders niet zijn komen redden wordt veel gespeculeerd,' zei dr. Seraphina tot slot. 'De Nephilim zouden toch zeker sterker zijn met de hulp van de Wachters, en ze hadden ze toch zeker vrijgelaten als dat in hun macht lag. Maar de gevangenis van de Wachters is nog niet gevonden. In dit mysterie is ons werk geworteld.'
- pagina 165-169, uitleg van dr. Seraphina aan Celestine en Gabriëlla.


Terug naar het begin