- Ballonklokje of Chinees klokje, Platycodon grandiflorus.
De hoofdbloei valt in juni - augustus.
Een ballonklokje heeft er een hekel aan om verplant te worden. Door scheuren of delen van de plant in het najaar kan de plant worden vermeerderd, maar plaatst het ballonklokje wel even op achterstand in zijn ontwikkeling. Beter is het om meteen een flink grote groep ballonklokjes aan te planten. Het ballonklokje vormt 'nette', ronde pollen. Het is een volkomen winterharde, overblijvende vaste plant.
- Kerstroos, nieskruid of nieswortel Helleborus niger.
Het zijn allemaal planten die in de winter en het vroege voorjaar bloeien.
De naam nieskruid dankt de plant aan de medicinale toepassing. De gedroogde en tot poeder vermalen wortel zorgt bij opsnuiven ervan dat er flink geniesd moet worden. De wortel is zeer giftig. Door de Grieken werd het wortelpoeder gebruikt bij krankzinnigheid en aanvallen van epilepsie. Laxeermiddelen bevatten nog wel eens bestanddelen van de wortel van het nieskruid.
- Longkruid, Pulmonaria.
Longkruid bloeit in maart tot en met april met blauwe bloemen.
In halfschaduw en schaduw groeit longkruid het beste.
- Scheefkelk, Iberis sempervirens.
De rijke bloei vindt plaats van eind maart tot juli, bij sommige soorten zelfs nog langer.
De scheefbloem wordt meestal vermenigvuldigd door scheuren, afleggen of stekken.
- Akelei, Aquilegia.
Vermenigvuldigen van akelei kan door scheuren of zaaien. Scheuren van de pollen in het najaar, zaaien in maart - april onder glas.
|
|