Serafs, Serafijnen of Serafiem (Seraphim) zijn engelen die amper genoemd worden in de Bijbel,
maar in hoog aanzien stonden.
Het Nederlandse woord 'seraf' is via het latijn afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord saraph (branden).
Serafs worden alleen genoemd in Jesaja 6 vers 2 en vers 6,
in het verhaal van de roeping van Jesaja:
"Serafs staan stil boven hem met zes vleugels, zes vleugels elk; met twee bedekt hij zijn aanschijn, met twee bedekt hij zijn voeten en met twee vliegt hij." "Dan vliegt één van de Serafs naar mij toe met in zijn hand een gloeiende kool,- met een tang genomen van het altaar."In bijna alle vertalingen worden de verzen vertaald met Serafs.
"Boven hem stonden gedaanten van vuur;" "Een van de vuurgedaanten nam een tang,"
Een Seraf in de Hagia Sophia (Istanbul).
"die je deed gaan door de woestijn, zo groot en geducht: koperslang, Seraf en schorpioen!- een dorstland waar geen water is; maar die voor jou water deed opspringen uit de kiezelrots; "In de andere vertalingen wordt de Seraf vertaald met vurige slangen, giftige slangen of vergiftige slangen.
"Dan zendt de Ene in de gemeente de serafslangen uit en die bijten de gemeente; er sterven véél mensen uit Israël." "De Ene zegt tot Mozes: maak u een Seraf en zet die op een standaard; zo zal geschieden met al wie gebeten is: hij zal hem aanzien en leven."Ook hier wordt de Seraf vertaald met vurige slangen, vuurspuwende slangen of giftige slangen.
Een van de vier Serafiem op de koepel
van de Heilige Maagd kerk
in Lez'e-Sologubovka, bij St. Petersburg
"En te midden van de troon en rondom de troon, vier levende wezens vol ogen voor en achter. En het eerste levende wezen is gelijk een leeuw, en het tweede levende wezen is gelijk een jonge stier, en het derde levende wezen heeft het aanschijn als van een mens, en het vierde levende wezen is gelijk een vliegende adelaar. En van de vier levende wezens had ieder van hen zes vleugels, rondom en van binnen vol met ogen."
Een Seraf, detail van de koepel
van de
verheerlijkingskerk,
Novgorod.
(1378)
En op die troon schiep Sabaoth nog andere slangvormige engelen, 'Serafijnen' genoemd, die hem voortdurend bejubelden.Deze vergelijking van Serafs met gevleugelde slangen heeft binnen de mythologie een verre voorgeschiedenis. De Chaldeeuwse slang was in de oudheid een bliksemend en aarde-bevruchtend wezen. De joden hebben hun voorstelling van de seraf waarschijnlijk ontleend aan de gevleugelde slang
"want uit de wortel van een slang komt een giftiger beest te voorschijn, en de vrucht daarvan is een vliegende vuurvogel. serpent en vliegende vuurvogel,In de andere vertalingen komt hier: vurige vliegende draak, vliegensvlugge cobra.
En rondom waren Seraphim, Cheroevim, en Ophanim: En dit zijn zij die niet slapen en de troon van Zijn glorie bewaken.En uit het Boek van de Schepping, Hoofdstuk 1, vers 12:
Hij vestigde het bij de troon van de Glorie, de Seraphim en de Ophanim, de Heilige Levende Wezens en de Engelen, en van deze drie bouwde Hij Zijn woning,
De Sepher Yetsirah of Het Boek der Schepping, volgens de meeste geleerden aan de aartsvader Abraham toegeschreven, bevat de essentie van de Kabbala of de Geheime Leer der Joden.
Een moderne Seraf, Philippe Peneaud.
Ook Franciscus van Assisi heeft een Serafijn gezien:
"Opeens zag hij een Serafijn met zes vleugels die straalden van een vurige gloed, vanuit het zenit van de hemel neerdalen. Toen de Serafijn in bliksemsnelle vlucht door de lucht in zijn nabijheid kwam, bemerkte hij tussen de vleugels de gestalte van een gekruisigde man, die met zijn in kruisvorm uitgestrekte handen en voeten aan een kruis genageld was. Twee vleugels reikten omhoog boven zijn hoofd, twee strekten zich uit als wilde hij gaan vliegen, de twee overige bedekten zijn gehele lichaam. "Serafijns tenslotte is ook een levensstijl (lifestyle). Het legt de nadruk op het goede en het oppervlakkig vrolijke Serafijns houdt in dat iemand ook graag in het wit gekleed gaat (en vaak ook kleurrijke kleding draagt), vrolijk door het leven gaat, en die nooit of nauwelijks depressief is.
Seraphim zijn machtige, vliegende engelen met zes vleugels, die met vuur te maken hebben en met slangen
geassocieerd worden.
Seraphim komen zeven keer voor in de Bijbel (het Oude Testament),
waarvan in de Nederlandse vertalingen vijf keer met andere woorden als vurige slangen, vliegende draken.
(Numeri 21:6, 21:8, Deuteronomium 8:15, Jesaja 6:2, 6:6, 14:29 en 30:6)
In het Nieuwe Testament (Openbaringen 4:6,7,8) zou het om vier Serafs kunnen gaan,
en in andere boeken als de Oorsprong van de Wereld, Het boek van Henoch en het Boek van de Schepping komen ook Seraphim voor.