De profeet Zacharia
De profeet Zacharia
Zacharia de Profeet,
Het eerste deel van Zacharia, hoofdstuk 1-8, bevat visioenen en profetieën, die zijn ingebed in een verhalend kader. Van de 19 keer dat het begrip engel voorkomt in dit boek, is 18 keer in deze verhalen te vinden.
vannacht zag ik en zie, iemand rijdend op een bloedrood paard, die blijft staan tussen de mirtestruiken in de diepte; achter hem bloedrode paarden, helrode en witte; ik zeg: wat betekenen zij, mijn heer? En dan zegt tot mij de engel die met mij spreekt: ik zal je laten zien wat zij betekenen! Dan antwoordt de man die tussen de mirtestruiken staat en zegt: dezen zijn het die de Ene heeft gezonden om rond te gaan over de aarde! En zij antwoorden de engel van de Ene die tussen de mirtestruiken staat: wij zijn rondgegaan over de aarde,- en zie, heel de aarde zit neer en is rustig! Dan antwoordt de engel van de Ene en zegt: Ene, Omschaarde, tot wanneer zult gij u niet ontfermen over Jeruzalem en de steden van Juda,- waarover gij deze zeventig jaar vergramd zijt geweest? Dan antwoordt de Ene aan de engel die tot mij spreekt goede woorden,- vertroostende woorden; en tot mij zegt de engel die met mij spreekt: roep, zeg:Zacharia 1:8-14
Een mooi visioen van Zacharia, waarin:
a) iemand op een bloedrood paard van een man ['iysh] een engel van de Ene [Mal'ak YHWH] wordt,
b) een engel [Mal'ak] die met mij spreekt,
c) de engel van de Ene tegen de Ene praat,
d) de Ene niet terugpraat tegen de engel van de Ene, maar tegen de engel die met mij spreekt.
Van de eerder genoemde 19 keer dat het woord engel voorkomt bij Zacharia, gaat elf (11) keer over dezelfde zin: "De engel die met mij spreekt". Ook de statenvertaling geeft bij de kanttekeningen aan dat deze zin vertaald had kunnen worden met "De engel die in mij spreekt".
Naast deze engel van de Ene en de engel die spreekt, is het zevende visioen heel apart,
omdat het niet direct over engelen gaat, maar over vrouwen met vleugels...
Ik hef mijn ogen op en zie: ziedaar, twee vrouwen die verschijnen met wind in hun vleugels; ze hebben vleugels als de vleugels van de ooievaar;Zacharia 5:9
Nu wordt er door vele bijbellezers gezegd dat engelen altijd mannen zijn, jonge mannen, en dat zij geen vleugels hebben. Na een studie over dit onderwerp (Als Engelen vleugelen hadden...) en dit vers, kan ik hier nog geen sluitende conclusie over trekken...
In dit verband is de openbaring over de vrouw en de draak wel opmerkelijk:
En aan de vrouw werden gegeven de twee vleugels van de grote adelaar, om te vliegen naar de woestijn,Openbaringen 12:14
Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de
Naardense Bijbel.
Andere verwijzingen: