Jakobus de Rechtvaardige of Jakobus de Mindere
Simon Petrus,
Johannes Boanerges
Judas Taddeüs
Met de Katholieke brieven of Algemene (zend)brieven worden zeven boeken uit het Nieuwe Testament aangeduid,
die de vorm van een brief hebben. Het gaat hier om een brief van Jakobus, twee brieven van Petrus,
drie van Johannes, en een brief van Judas.
Vanuit de Handelingen lezen we dat Jakobus, Petrus en Johannes en Judas behoren tot de apostelen en de oudsten in
het begin van de christelijke gemeente in Jeruzalem.
Drie jaar nadat Paulus tot geloof is gekomen, gaat hij naar Jeruzalem. Hij blijft daar 14 dagen en logeert bij Petrus.
Daarnaast ontmoet hij Jakobus (de Rechtvaardige of de Mindere).
Paulus verblijft ook in het huis van Judas Taddeüs (de broer van Jakobus de Mindere), in de straat die de Rechte wordt genoemd.
Judas en Jakobus zijn beiden (al dan niet) broers van Jezus.
Johannes (bijgenaamd ‘zoon van de donder’) wordt traditioneel gezien als de auteur van drie brieven, de Openbaring en
het Evangelie.
Jakobus
1 Petrus
De eerste brief van Petrus noemt als schrijver Petrus de apostel.
Hierin twee uitspraken van Petrus over engelen...
1. Engelen hebben belangstelling voor de redding van mensen.
2. Engelen zijn ondergeschikt aan Jezus.
dingen waarin engelen begeren een blik te slaan. 1 Petrus 1:12
Nee, engelen zijn niet nieuwsgierig. Wel koesteren ze een intense belangstelling voor de redding der zielen.
aan hem onderschikken zich engelen en machten en krachten. 1 Petrus 3:22
Het is vooral de apostel Paulus die in zijn brieven spreekt over allerlei geestelijke machten. Bij Dionysius de Areopagiet
is dit nog verder uitgewerkt dat de machten en krachten zelfs categorieën van engelen zijn.
In de inleiding van het eucharistisch gebed in de Heilige Mis (de prefatie)
zijn er tientallen voorbeelden waarin de tekst "Daarom, met alle engelen, machten en krachten..." voorkomt.
2 Petrus
De tweede brief van Petrus noemt als schrijver Simeon Petrus, de apostel.
Hierin ook twee uitspraken van Petrus over engelen...
3. Engelen kunnen zondigen - God straft hen dan.
4. Engelen lasteren niet.
Want als God engelen die zondigden niet heeft gespaard, maar ze in de afgrond heeft gesmeten en prijsgegeven aan holen vol duisternis om vastgehouden te worden voor een oordeel, 2 Petrus 2:4
De brief heeft veel verwijzingen naar het Oude Testament, maar ook naar de brieven van Paulus en naar de brief van Judas.
Hier een verwijzing naar Genesis 6, de zonen van God.
terwijl engelen, in sterkte en kracht hun meerderen, geen lasterlijk oordeel tegen hen bij de Heer brengen. 2 Petrus 2:11
Engelen weten wel beter dan zulke dwaze dingen te doen als het bestraffen of uitschelden van valse leraren.
De laatste twee uitspraken komen in een iets andere vorm terug in de brief van Judas.
1 Johannes
2 Johannes
3 Johannes
Judas
De brief van Judas noemt als schrijver Judas, de broer van Jakobus.
Judas bevestigt de 2e Petrus-brief én hij bevestigt hetgeen Paulus hen heeft geleerd.
In deze brief bijna dezelfde twee uitspraken als van Petrus over engelen.
3. Engelen kunnen zondigen - God straft hen dan.
4. Engelen lasteren niet.
En engelen die hun begin niet hebben bewaard maar de eigen behuizing verlieten, heeft hij bewaard voor het oordeel van een grote dag, met altijddurende banden onder donkerheid. Judas 1:6
toen de aartsengel Michaël in een twist met de duivel onderhandelde over het lichaam van Mozes, durfde hij geen lasterlijk oordeel in te brengen; nee, hij zei: 'moge de Heer je straffen' Judas 1:9
Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de
Naardense Bijbel.
Andere verwijzingen: