-> Studie -> Alles over Engelen -> Engelen in de vijf boeken van Mozes -> Jakob en de engelen
De droom van Jakob;
William Blake
(1800).
waterverf op papier,
30 x 39 cm
De droom van Jakob;
Carlo Dolci
(1621).
waterverf op papier,
61 x 46 cm
Ary Scheffer
Jacob en de engel, 1858
doek, 217 x 141 cm
Nederlandse wandtegel uit 18e / 19e eeuw, nu in Het kasteel Jever(Noordwest-Duitsland).
Jacob en de engel,
John Bradford
Olieverf op doek, 2003.
Jacob en de engel,
Phillip Ratner,
Standbeeld.
Jacob zegent zijn kleinzonen,
C.F. Vos.
Jakob heeft wel wat met engelen.
Dit in tegenstelling tot zijn vader Isaäk,
over wie geen enkel verhaal met een engel bekend is.
In de eerste drie verwijzingen wordt steeds de regel 'engelen van God' gebruikt;
in het Hebreeuws: de [Mal'ak] van ['elohiym].
Hij droomt:
ziedaar, een ladder geposteerd op de aarde,
zijn top reikend tot aan de hemel;
ziedaar: engelen van God
opstijgend en neerdalend daarover;
Genesis 28 vers 12.
dan zegt tot mij de engel van God
in de droom:
Jakob!-
en ik zeg 'hier ben ik!';
Genesis 31 vers 11.
Als Jakob zijns weegs is gegaan
stuiten boden van God op hem.
Genesis 32 vers 2.
In de volgende twee verwijzingen wordt ook in het Hebreeuws het woord [Mal'ak] gebruikt.
Dan zendt Jakob voor zijn verschijning
boden uit
naar Esau, zijn broer;
Genesis 32 vers 4.
De boden keren terug
naar Jakob
Genesis 32 vers 7.
En als laatste natuurlijk het bekende verhaal van het gevecht van Jakob bij de Jabbok.
Jakob blijft alléén achter;
dan worstelt een man met hem
totdat het morgenrood opklimt.
want gevochten héb je,
met God en met mensen
en je hebt overmocht!
Genesis 32 vers 25, 29.
Meer staat er niet.
Vele commentatoren hebben zich gebogen over de vraag wie de ‘man' in het gevecht is geweest.
In de Nieuwe Bijbel Vertaling en andere vertalingen wordt de man 'iemand' genoemd.
De eerste keer (dan worstelt een man) wordt het Hebreeuwse woord ['iysh] gebruikt: man, grote man.
De tweede keer (met God en mensen) wordt het Hebreeuwse woord ['enowsh] gebruikt: man, zowel individueel als alle mensen.
Jakob herkent in deze man iets goddelijks:
'omdat ik God heb gezien van
aanschijn tot aanschijn
en mijn ziel is gered!'
Als je de tekst van Hosea 12 vers 4 en 5 erbij pakt, waarin dit verhaal van Jakob voor komt,
wordt de man daar een engel genoemd.
(1 keer ['elohiym] en 1 keer [Mal'ak]).
man geworden heeft hij gevochten met God.
Hij vocht met een engel
en kon hem aan,
De vraag is wie deze man was: een gewoon mens was hij blijkbaar niet, maar wat was hij dan wel?
De volgende interpretaties worden wel gegeven:
- een engel van God
- God Zelf
- de Engel van de HEER (dat is de Oud-Testamentische verschijning van Jezus Christus).
- de stamgod van Esau
- de stamgod van Kanaän
Geen van alle invullingen is sluitend te noemen, hoewel de versie van Hosea
- Jakob vecht met een engel -
wel de meest waarschijnlijke is.
Het gevecht tussen Jacob en de engel kent een lange traditie in de kunst.
Van
Rembrandt Harmensz. van Rijn tot in het
Vaticaan.
Er is voldoende op internet over te vinden, en in boeken, zelfs te bestellen bij
Amazon.com.
Het leuke is natuurlijk dat Jakob het zelf ook niet weet.
In de allerlaatste verzen van Genesis komt het verhaal van Jakob terug,
als hij zijn kleinzonen zegent.
Hij zegent Jozef en zegt:
God
voor wiens aanschijn
mijn vaderen hebben gewandeld,
Abraham en Isaak,
God die herder over mij is geweest
sinds ik ben, tot op deze dag;
de engel die mij heeft losgekocht
uit alle kwaad
zal ze zegenen,
de jongens;
Genesis 48 vers 15, 16.
(2 keer ['elohiym] en 1 keer [Mal'ak]).
Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de
Naardense Bijbel.
Andere verwijzingen:
The Old Testament Hebrew Lexicon.