Vanuit Psalm 8, de verzen 5 en 6, is er iets vreemds aan de hand met de Nederlandse vertalingen.
wat dan een mensje dat gij hém gedénkt, de mensenzoon dát gij hém bezóekt? Weinig laat ge hem ontbréken, of hij is Gód, met glorie en lúister wílt gij hem krónen.De NBG -vertaling en de Willibrord Vertaling:
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond.
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?
En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond?
Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond,
Hier hebben alle vertalingen het over engelen, niet over goddelijk. Dit ligt ook in de lijn van andere vertalingen van de Psalm. De Griekse vertaling heeft het Hebreeuwse 'e¬lo\hi\m', dat god, goden en engelen kan betekenen , hier met 'engelen' vertaald. Dit deed ook de zeer oude joodse Targum Jonathan al, evenals bv. onze Statenvertaling en bijvoorbeeld de recente Amerikaanse 'New International Version' Dit is op zichzelf wel mogelijk, maar met elohim in Psalm 97:7b wordt naast 'beeldendienaars' en 'afgoden' ook 'goden' bedoeld.Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd, gij zijt goden?
Johannes 10 vers 34
Een toegift, Uit "De Joodse sekten ten tijde van Jezus", Marcel Simon, 1965:
"Waarschijnlijk is in bepaalde joodse kringen die min of meer onder heidense invloed stonden,
het verschil tussen engelen en goden vervaagd en soms zelfs verdwenen. Het geval van de engel
Yahoel, die in bepaalde mystieke of apocalyptische documenten aan het begin van ons tijdvak
vermeld wordt, is in dit opzicht bijzonder interessant."