"hij verdrijft de roodbloedige mens,- en doet hem ten oosten van de hof van Eden wonen met de cheroeviem en het flakkeren van het wentelende zwaard, ter bewaking van de weg naar de boom des levens."
"De Woning zul je maken van tien tentkleden: van getwijnd doek, geverfd in azuurslak, purper en rode karmozijn; met cheroeviem, zoals een kunstenaar ze maakt, zul je ze maken. en maak twee cheroeviem van goud; als drijfwerk zul je ze maken uit de twee uiteinden van het deksel; De cheroeviem zijn geweest met de vleugels gespreid naar boven, met hun vleugels het verzoendeksel overhuivend en hun aanschijn als een man naar zijn broeder,- naar het verzoendeksel gewend zijn ze geweest, de gelaten van de cheroeviem."
"Hij maakt in de binnenkamer twee cheroeviem uit olijfoliebomen,- tien el oprijzend. Tien met de ellemaat meet ook de tweede cheroev: éénzelfde maat en éénzelfde snede hebben de twee cheroeviem. Hij geeft de cheroeviem hun plaats in het inwendige van de binnenkamer; de cheroeviem spreiden hun vleugels en een vleugel van de ene raakt de wand aan terwijl een vleugel van de tweede cheroev de tweede wand aanraakt; hun vleugels midden in het huis raken elkaar vleugel aan vleugel. Hij overtrekt de cheroeviem met goud."Noot: Een el is afgeleid van de lengte van de onderarm, de ellepijp, gemiddeld zo'n 69 centimeter lang. Een vleugel van vijf el is dan zo'n 3 meter 45 lang, bij een cherub van bijna zeven meter met een spanwijdte van ook bijna zeven meter. Heftig...
"Alle wanden van het huis heeft hij rondom ingesneden met gegraveerde insnijdingen van cheroeviem, dadelpalmen en bloesemslingers,- inwendig en uitwendig. Op de sluitplaten tussen de dwarsstangen leeuwen, runderen en cheroeviem,"
"Ene, God van Israël die zetelt op de cheroeviem, gij zijt het die alleen de God zijt Ene, Omschaarde, Israëls God die zetelt tussen de cheroeviem,"
"De glorie van Israëls God is opgestegen van de cheroev waarop hij tot dan heeft gerust Ik zie toe, en ziedaar, boven het gewelf dat boven het hoofd van de cheroeviem is iets als saffiersteen, dat eruitziet als de gedaante van een troon; boven hem heeft hij zich laten zien. Het geluid van de vleugels van de cheroeviem is te horen geweest tot aan de buitenste voorhof: als van God-almachtig wanneer hij spreekt. Bij de cheroeviem is dan te zien: de gedaante van een mensenhand, onder hun vleugels."
"Hij reed op een cheroev en vloog; liet zich zien op de vleugels van de wind. Hij reed op een chéroev en vlóog; hij zweefde op de vléugels ván de Géest."
"De vleugels van cheroeviem meten met hun lengte samen twintig el: de vleugel van de Ene is vijf ellen en reikt tot de wand van het huis, en de andere vleugel is ook vijf ellen en reikt tot aan de vleugel van de andere cheroev."In het Nieuwe Testament komen de cheroeviem 1 maal voor, in de Hebreeen brief van Paulus, 9:5. En ook hier betreft het een herhalende verwijzing naar de cheroeviem op de ark.
"bóven haar de cheroeviem vol glorie die het verzoendeksel overschaduwen. Maar over die dingen is het nu niet mogelijk per onderdeel te spreken."