Hansje ligt languit op de bruine bank voor me.
Zijn blonde haren bewegen licht als hij praat.
Zijn rechterhand ligt op zijn maag en gaat langzaam op en neer.
Ik zit tegenover hem op de rotan stoel.
Ik voel de tranen achter mijn ogen branden, als Hansje zijn verhaal vertelt.
"Wij als engelen worden onzichtbaar, alsof we er niet zijn!"
Een stuk onbegrip en verrassing sijpelt tussen de woorden door.
"Terwijl we alles hoorden schreeuwen en ruisen en bidden om licht. En Anne..."
Hansje vertelt mij wel eens meer wat, maar dit raakt mij diep van binnen.
Het lijkt alsof Hansje achter mijn vermoeide, onrustige ogen kijkt.
Een moment buiten het echte leven.
Hansje onderbreekt zichzelf.
"Ik moet opeens denken aan die tekst voor Anne:
Put your arms around my soul
And take it dancing..."
"En toen?" vraag ik, als het stil blijft.
"Nou, als de zon opkomt, en het licht schijnt...
komen de engelen tevoorschijn."
Met een lach in zijn ogen kijkt Hansje mij aan.
"Dat weet je toch wel? In het donker zie je geen engelen,
alleen in het licht.
En toen Anne ons allemaal weer zag, kwam er een lach op haar gezicht.
Dat was mooi."
Hansje krijgt een dromerige blik in zijn ogen.
"Wat Jetty deed, was heel inspirerend.
We zouden meer mogen spelen, meer samen mogen spelen...
We zouden meer over het kwetsbare en gevoelige mogen nadenken,
meer over het goede spreken.
We hoeven niet in een wereld te leven waarin we het mooie niet benoemen."
"En dit is mooi!"
Hansje houd te tekst omhoog als hij voorleest.
Laat er licht zijn.
Laat er leven zijn.
Laat er respect zijn.
Laat er ruimte zijn.
En liefde zal geboren worden,
als onoverwinnelijke gift van God.
En Hij ziet dat 't goed is.
Hoofdstuk 30, december 2012.