Het is half zeven. Over zeven minuten gaat de zon op. Hansje en Asrial liggen op hun rug in het amper natte gras.
Ze kijken omhoog naar de hemel, waar de eerste kleuren van de dag opgloeien.
Het is stil. De omgeving is stil.
Zo stil dat je het geluid van de muziek in jezelf kunt horen.
Dat je de muziek van het bloed in het lichaam kunt horen.
Dat je de ziel kunt horen zingen.
"Werp me zachtjes
naar de morgen.
De nacht is hard en vochtig."
We zouden allang moeten bidden, denkt Hansje.
Bij de dageraad, en aan het einde van de dag als de dag vervaagt.
De schemering is een gevaarlijke tijd, omdat het een overgangstijd is,
een tijd waarin de geestelijke wereld actief en alert is.
"Als ik mijn ogen dicht doe", fluistert Hansje, "zie ik het weer, zie ik de muziek omhoog dwarrelen
als een wolkje
waar de zon al zacht doorheen schijnt met een gele gekleurde nevel in de lucht."
"Ja," zegt Asrial, "als jij je ogen open doet, kun je de zon ook zien opkomen, het schemert al een poosje."
"Stil eens. Hoor jij dat ook? Een krekel? Op dit uur?"
Asrial ziet de lichtgroene sabelsprinkhaan met zijn vleugels tegen elkaar aan strijken.
"Meestal beginnen de mannetjes pas na één uur in de middag," zegt ze wegkijkend.
"Hij is van slag, denk ik".
"Ja, ik ook, ", zegt Hansje.
"Ik hoor even een hemelse lier, snaren, als op een gitaar, als de aanslag van een piano..."
Asrial onderbreekt Hansje.
"En neem mij dan mee
naar een plaats, zo heilig,
dat ik dit kan weg wassen
uit mijn geest."
"O, maar dat kan", zegt Hansje klaarwakker. Hij zit opeens rechtop in het ronde grasveld.
De sprinkhaan is stil door de beweging.
"Herinneringen zijn momenten van kleur, warmte en smaak, van wat je ooit hebt meegemaakt.
Elke keer als wij een herinnering ophalen, veranderen we die herinnering.
Hier en nu worden die momenten opnieuw ingekleurd.
Dus vertel maar. Wat gebeurde in jouw laatste gevecht?"
Hansje draait zich een kwartslag naar links en kietelt Asrial in de zij.
Asrial kijkt Hansje strak aan.
"Jammer zeg, dat ik nu tegen kietelen kan."
Dan breekt een korte glimlach door op haar gezicht,
alsof de zon begroet wil worden.
Het is drie minuten over half zeven en Asrial begint te vertellen.
We vliegen op de raven af, volgen de beek, door de wei, langs het bos, er net niet in.
Ik loop tegen de eerste boom die ik tegenkom omhoog en huppel over de takken naar de volgende boom.
Daar houd ik mij even vast aan de stam, met mijn zwaard losjes in mijn rechter hand.
Ik zie Cé vanuit mijn ooghoek op de andere raaf af gaan.
Ik kijk om mij heen en zie de zwarte mantel van de raaf-man op-en-neer gaan,
door het gewicht van de man op de kruin van een andere boom.
Terwijl hij op mij af springt, vlieg ik hem tegemoet en draai in de lucht om.
We slaan elkaar tien keer, met de zwaarden tegen elkaar, elke keer de slag opvangend en opnieuw slaand.
Op het moment dat de man stil staat op het einde van een tak, denk ik toe te kunnen slaan.
Als ik hem raak boven zijn rechter schouder,
waar zijn vleugel zijn lichaam verlaat, snijd zijn zwaard door mijn vleugel.
Een veer dwarrelt eraf. Geen bloed.
Door de werveling aan de bovenrand van mijn vleugel kom ik omhoog
en sla voor een tweede keer tussen zijn vleugel en zijn lichaam.
Dat is de tweede knal en ook het einde van de man.
Een gapende wond blijft achter waar de vleugel naast het lichaam valt,
de inklappende long doet de rest.
De raaf valt op de grond, dood.
Hansje kijkt verwonderd naar Asrial.
"Ik raakte één witte veer kwijt van alle vijftigduizend veren die ik die dag aanhad.
Waarom raakt mij dat zo?"
Asrial is even stil, trekt haar neus omhoog, kijkt waakzaam rond.
"Je hebt gelijk, er is iets, ...., er is iets niet goed."
Dan staat Asrial op en loopt naar de zijkant van het huis.
Ze kijkt.
En nog eens.
Aan de zuidoost kant van het huis hangt aan het houten vogelhuisje,
waar eens een warm nest in gemaakt is, het skelet van een jonge vogel, ondersteboven.
De beenderen van de vogel zijn heel erg licht, de drie vingers zijn goed te zien.
Hansje is achter Asrial aangelopen.
"Nee, raak niets aan. Dit moeten de mensen zelf reinigen, schoon maken.
Apart leggen en zegenen".
Hij beweegt wild met zijn armen.
Asrial heeft haar zwaard als een toverstaf tevoorschijn gehaald, maar laat haar arm nu zakken.
Ze kijkt Hansje bedachtzaam aan.
"Weet je", glimlacht ze, "ik geloof dat je gelijk hebt.
Jij fluistert je menselijke vriend woorden in zijn oor.
Dan haalt hij de dood weg.
Maar dat is niet genoeg."
Haar ogen beginnen te twinkelen.
"We sturen de mensen wat engelen op hun dak, in hun huis.
Engelen op bezoek.
In de vorm van een kettingbrief.
Hoe lijkt je dat?"
Hansje begint te lachen. Hij snapt het spel.
"Dat is prima. Dan zetten wij er wat mooie woorden in."
"over liefde en reiniging."
"en over een bloem van liefde."
"en over een peer of een appel."
"en over hartenwensen die de mensen mogen doen."
Hansje en Asrial vullen steeds meer mooie gedachten bij elkaar aan,
tot ze het uit schateren van het lachen
en er geen woorden meer te vinden zijn.
Het is tien minuten over half zeven.
De zon is opgekomen.
En aldus geschiedde.
Hier volgt de handleiding voor het Engelenbezoek.
Veel plezier met hen!
Om de Engelen bij je thuis te ontvangen moet je op 5 oktober 2010 om 22:30 thuis zijn.
Bereid je alvast voor op het bezoek van de Engelen in je woning door in een gepaste kamer of een gepast hoekje het volgende op te stellen:
. 1 witte kaars (die je zelf gezegend hebt of een gewijde kaars of theelicht)
. 1 witte bloem of een plant met witte bloemetjes
. 3 hartenwensen opgeschreven op een vel papier in een envelop gevouwen
. 1 appel die je op de envelop legt
Zoek alvast 3 nieuwe gastheren/gastvrouwen uit, die bereid zijn om de Engelen na jou te ontvangen.
Op 5 oktober 2010 om 22:30 open je dan je voordeur (letterlijk) en verwelkom de Engelen met de volgende woorden:
"Kom naar binnen en wees welkom, Engelen. Ik wil jullie bedanken dat jullie deze plek, alsook de mensen die hier in- en uitgaan, met Reinheid en Vrede willen omhullen. Bedankt dat jullie mijn leven en het leven van mijn medemensen rijkelijk voorzien van Harmonie, Vreugde, Liefde en Wijsheid. Ik wil jullie ook bedanken dat jullie mijn 3 hartenwensen willen vervullen."
De Engelen zullen 5 dagen bij je blijven.
Wanneer ze 10 oktober 2010 om 22:30 weer zullen vertrekken, open je weer je voordeur en stuur je de Engelen met een liefdevolle boodschap naar de volgende gastheer/gastvrouw. Hierbij spreek je duidelijk hun naam en adres uit. Aansluitend eet je de appel op die je boven op de envelop gelegd had. De envelop bewaar je. De Engelen zullen dan weer 5 dagen nodig hebben om bij de volgende gastheer/gastvrouw te komen.
Hier zullen ze dus op 15 oktober 2010 aankomen en dan begint het weer van voor af aan zoals hierboven vermeld.
Ik wens je van harte veel liefde, vreugde en voldoening met de Engelen.
Hoofdstuk 23, oktober 2010.