mmm.
Verfrissend vers straciatella ijs, heerlijk van smaak, je proeft echt de aardbeien.
En dan zonder slagroom.
Ze zitten achter het glas op het terras naast restaurant de Engel.
Hansje kijkt even langs Asrial en ruikt de lucht van bloemen en asfalt,
het natte asfalt van de weg voor hen.
Asrial ziet achter Hansje het Engelplein, met de arbeidershuizen zoals ze daar gebouwd zijn in 1937,
zoals ze daar staan, nu.
De parkeerplaats naast hen is op een paar auto's na leeg.
De laatste auto in de rij is een oude Audi, met krassen en deuken die het antraciet
haast als een blauwe gloed tot leven brengen.
Door de wegwerkzaamheden voor het restaurant mag je hier amper komen;
het is ook geen plaats voor een engel, ook al staat bijna één kilometer verderop
de H.H. Engelbewaardersparochie met zijn prachtige koepel te pronken in de zon.
De superburger en de omelet met ham zijn heerlijk, maar het aardbeienijs maakt het in dit weer helemaal af.
"Het is een warme dag. Zou het de warmste dag van het jaar zijn? Nee dat was 20 augustus. Wat gevoelstemperatuur betreft misschien. De warmste dag ooit was in Warnsveld met achtendertig en een halve graad op 23 augustus 1944."
"Wil je daar naar toe, nu?"
Hansje schrikt even op uit zijn gedachten.
En plagerig vervolgt Asrial: "Het kan, hoor. De tijd gaat niet in een rechte lijn.
Trek de tijd zo ver door dat je een hanteerbare lus krijgt,
en dan op het goede punt eruit stappen..."
"Ik wil er niet uitstappen.
Ik geniet net van de smaak, de sensatie van een kort gebakken ui met verse tomaat en...
Het voelt lekker aan. Het zweet op mijn voorhoofd. Het gekriebel van de haren op mijn rechterbeen.
Ik voel...
En jij?"
"En ik..."
In gedachten kijkt Asrial Hansje aan. "Ik ben een strijder. Ik heb Takezõ Kensei wel tien keer ontmoet
in 1617 om het zwaardvechten te leren. Ik heb Salãh ad-Dîn Yusûf ibn Ayyûb in de
seventies van de twaalfde eeuw wel dertig keer gesproken om de technieken en de martiale aspecten van een krijger te leren.
Ik bén ki geworden en toch had ik twee slagen nodig in mijn laatste gevecht en Cé maar één.
Wat denk jij dat ik voel?"
Hans kijkt Asrial verbaasd aan. Zijn gedachten springen heen en weer.
"Martiaal. Het woord van de dag van dinsdag zeven juli. Het betekent strijdbaar, krijgshaftig.
Daar zit een strijder vol licht en liefde. En het is niet genoeg voor jou.
Jij bent een zwaard-heilige, een zwaard-engel, een heilige wachter.
En ik een beschermengel, een engelbewaarder. Samen. Wachtend, om twee mensen weer veilig thuis te brengen.
Leg je zwaard maar neer, je hebt het niet meer nodig.
Jij en ik: wij kunnen een hoop van elkaar leren.
Zoals jij in het VVV-kantoor waar de weg werd gevraagd. De medewerkster wist het even niet,
wilde ervan af. Jij fluisterde in het oor van de vrouw dat ze het ook aan haar collega kon vragen.
Dat werkte.
Zoals ik op het Engelplein even de andere auto op de smalle weg tegen hield door de voet van de bestuurder
los te halen van het gaspedaal.
Samen komen wij er wel.
Dat voel ik."
"Nou, ik heb het liever anders:
Vind mij een hemel,
Geef me mijn vleugels"
Asrial slaat haar ogen omhoog.
"De mensen zien het niet als het goed gaat.
Ze zien ons niet."
"Nee", zegt Hansje terwijl hij op staat.
"Maar we zijn er wel."
Hoofdstuk 22, september 2009.