P.S. en N.B.

Jan-Frank, Tonny en Hansje zijn broers geweest van Hedda, Jeannette en Adjan. Ze hebben veel te kort hun leven op aarde geleefd. Martin heeft veel geschreven over de 'tsaddikim', de goed-bevondenen. En Stephen is zo'n 'tsaddik'. Achternamen zijn bij dit verhaal niet zo belangrijk, omdat deze mensen kinderen van Één Vader zijn geworden.

Met dank aan en geïnspireerd door:


• Stephen Boonzaaijer - Een engel op bezoek.
• Annie M.G. Smidt - Het hemelse trompetje.
• Martin Buber - Chassidische vertellingen.
• Jeannette van Rietschoten - Mijn verhaal.
• Harry Jekkers - De engelbewaarder.
• Willy Vandersteen - Het zingende nijlpaard.
• God - Het Boek.

Korte samenvatting van het voorafgaande...
• I. - Stephen en het geheime onderzoek (889, 1998.04)
  Martin ontmoet Tonny, Jan-Frank & Hansje in het blauwe cafe. Martin loopt al honderd en twintig jaar rond in het leven. Eerst beneden, toen boven, en de laatste twintig jaar weer beneden. Hij helpt de drie engelen en breekt de vleugels van de engelen af en legt ze bij de kapstok. De drie engelen zijn op onderzoek uitgestuurd door de Almachtige, en Martin komt hen daarbij helpen. Ze drinken een glas fruitige wijn. Het onderzoek gaat over het visioen van Stephen. Over een engel die op bezoek gaat bij een mens en zijn beschermengel wordt.

• II. - Terug in de Tijd (997, 1998.07)
  Martin en de drie engelen gaan op bezoek bij Abraham, de eerste man waarvan beschreven is dat hij engelen ontmoet. Martin doet zijn ogen dicht en veranderd de kleren van de engelen in witte kleren uit de oudheid. Ze gaan op de wolken naar beneden. Als ze terug gaan naar de hemel, bij het stenen pad door de weilanden naar de poorten van de stad, wordt Tonny aangetrokken door zijn moeder. In een ogenblik hebben Jan-Frank, Hansje & Martin weer makkelijk zittende vrijetijdskleding aan. Alleen Tonny heeft een glanzend wit gewaad aan als hij naar zijn moeder toerent.

• III. - Leven en Dood (994, 1998.09)
  Martin, Hansje & Jan-Frank zitten in het blauwe cafe. De uitleg over Tonny heeft drie uur geduurd. Ze gaan naar de begrafenis waar Stephen als pastor zal voorgaan. De drie engelen horen Stephen denken. Iemand verliezen doet pijn. Afscheid nemen doet pijn. Ze zijn gekleed in een net pak. Niet zwart, maar blauw, een kleur blauw tussen donkerblauw en hemelsblauw in. En Stephen herkent ze niet. Na afloop worden er geen handen geschud. Even later zijn de drie engelen in het bos, bij de camping. Jan-Frank en Hansje hebben een korte broek en een T-shirt aan. Martin loopt in een spijkerbroek. Bij het speelveld op de camping horen ze een meisje vertellen over haar Oma, die gestorven is, en hoe het kind over dood gaan denkt.

• IV - In de Hemel? (1367, 1998.11)
  Hansje ligt in bed in een kamer in de hemel en oefent met zijn gedachten hoe hij een Cd-speler aan en uit kan zetten. En ik kom in de hemel bij hem. Hij vraagt of wij elkaars ogen mogen gebruiken. Ik kan geen woord meer uitbrengen van verbazing. En dan laat Hansje allerlei planten in de hemelkamer groeien. Hij kan het beter dan hij denkt, want de hele kamer staat vol met planten en struiken - een oerwoud. En opeens ben ik weer op de zolderkamer. Met Hansje bij mij.

• V. - De eerste Vrouw (1081, 1998.12)
  Cé, de vrouw van Martin, vertelt Jan-Frank en Hansje dat de eerste mens die contact had met een engel, Hagar was. Ze liggen op een watermatras in de vloer. "Ze noemt God bij zijn naam: Jij bent, de God van mijn zien". Jan-Frank eet een granaatappel. Tonny en Martin komen erbij. Hansje probeert overeind te komen, maar Jan-Frank duwt hem terug en is zodoende eerder rechtop en begroet Tonny met een High-five. Tonny wil graag dat Cé erbij blijft. Martin plaagt wat, maar Tonny mag zijn verhaal vertellen.

• VI. - De Nieuwkomer (451, 1999.02)
  Jetty en Tonny lopen langs de westelijke poort en volgen het smalle pad tussen de bomen door naar het witte hotel. Daar begroeten ze een nieuwkomer: Corry, de tweede moeder van Tonny's zus. Vanuit het huis schijnt een vol licht: Jezus is er ook!

• VII. - Een Sprookje (1226, 1999.11)
  Tonny vertelt verder: Hoe hij Jezus ervaren heeft als een goede vriend. Tonny is na de ontmoeting nogal verward en hij en zijn moeder blijven even rusten bij een boom. Daar ontmoeten ze Anne, een meisje met licht roodblond haar van een jaar of acht. Ze komt aan met een kat. Met zijn drieen lopen ze naar de gouden koets, en met Martin op de bok rijden ze terug naar de stad. Anne verklapt Tonny dat zij zijn mee-engel wordt.

• VIII. Zo ook op Aarde (425, 1999.12)
  Tonny, Anne, Jetty & Martin hebben wel drie uur in de koets gereden, om het stralende licht van Tonny & Jetty na hun ontmoeting met de Messias wat te temperen. Martin vertelt dat Tonny & Anne, en Jan-Frank & Cé samen naar beneden gaan als beschermengelen. Maar wie gaat met Hansje mee naar de aarde?

• IX. - Hoor de Engelen zingen niet (775, 2000.01)
  Hansje en ik praten verder over het met elkaars ogen kijken. Hansje ziet eruit als een gewone jonge man, zonder vleugels, en met een blauwe spijkerbroek, nikes en een T-shirt met blauwgroene vlekken gestipt. Voor mijn ogen wordt Hansje doorzichtig, tot hij opgelost is. Maar ik hoor hem nog wel. En als ik in de Bethelkerk zit, bij de kerstuitvoering van mijn dochter, zie ik Hansje weer. En met hem engelen, overal om hem heen. Ik herken mijn schoonmoeder Jetty en een klein meisje, Anne. Als ik het aan mijn vrouw wil vertellen, zijn ze weg.

• X. - Zie de kaars vat vlam (442, 2000.03)
  Tonny maakt voor de grap vijf kaarsen, terwijl Hansje zijn verhaal vertelt over de kinderkerstdienst. Ze maken grapjes over de verschijningen van de engelen: de ladder van Jacob, de wolkenlift, de oplossing in het niets en het up-beamen. Met zijn vijven (Tonny, Hansje, Jan-Frank, Cé en Martin) houden zij elkaars handen vast en kijken stil in de kaarsen.

• XI. - Ik geloof dat Ik kan vliegen (802, 2000.05)
  De vijf engelen vliegen vanuit de hemel naar een bos op aarde. Ondertussen hoort Hansje in zijn hoofd de gedachten van de andere engelen. Ze landen aan de rand van het bos voor de stronk van een reusachtige boom. Vandaar vliegen ze verder, langs gigantische huizen, met enorme ramen en reuzen. Tenminste zo lijken de mensen nu voor de engelen, want zij zijn zo klein als vogels geworden. Bij het zesde huis staat een wilg aan het water, en op de bovenste tak kijken ze naar het grote huis.

• XII. - Gevallen engel (810, 2006.08)
  Hansje verlaat boos de groep duiven en loopt naar het huis toe. Hij klopt drie keer aan, en ziet daar een mooie, jonge vrouw de deur opendoen, die de wapenrusting van God aan heeft... Ze laat hem bijna met tegenzin binnenkomen. De vier andere engelen vliegen als duiven weg.

• XIII. - Boze engelen (899, 2006.12)
  Hansje en Asrial zitten op de zolderkamer. Waar Hansje verbaasd en boos is, weet de vrouw precies wat ze doet en wat ze zegt. Ook al breekt af en toe haar boosheid door de woorden heen. Ze schijnen elkaar wel te vinden.

• XIV. Twee bij Twee. (1052, 2007.01)
  Op een weiland bij de westelijke poort van de hemelse stad liggen Cé, Tonny, Martin en Jan-Frank. Ze kijken naar een grote luchtbel, waarin ze Hansje en Asrial zien en horen. Tonny moet denken aan de lessen over engelen, geest en materie. Ze worden onderbroken als Jetty en Anne aan komen lopen. Na Jetty omarmt te hebben, gaat Tonny met Anne weg. Cé en Jan-Frank volgen hun voorbeeld. Als laatste gaan Martin naar Jetty gearmd het weiland af.
  bronnen: Blof - Luchtbel, Omarm

• XV. Engelen en Liefde. (260, 2007.12)
  Hansje en Asrial zitten op de zolderkamer en bereiden zich voor om naar Barneveld te gaan.
  bronnen: Racoon - One Happy Family, Brother, Love You More.

• XVI. De Wachters. (896, 2008.08)
  Tonny en Martin lopen achter Jetty en Anne door de Aserpoort. Ze lopen al genietend en pratend door de brede straten van de hemelstad, tot Anne aan Tonny's mouw trekt: “Ik wacht nu al hééél lang....”
  Ondertussen gaan Hansje en Asrial met de trein van Amersfoort naar Barneveld, en voorkomen een dodelijk ongeluk tussen de Valleitrein en een auto.
  bronnen: Saybia - Heaven
  Heilige Wachter: Daniël 4:10,20, Openbaring van Mozes 1:18.
  Jaspis, poort, muren en plein: Openbaringen 21:10-21; 22:1-2.
  Botsing: Barneveldse Krant van dinsdag 5 augustus 2008.

• XVII. (dreaming). (756, 2008.09)
  Asrial slaapt. Hansje houdt de wacht. Om zes uur maakt hij haar wakker.
  Mijn vrouw slaapt. Hansje en Asrial raken elkaars hand in de lucht aan en Asrial zingen zachtjes. Zij dragen mijn vrouw voorzichtig omhoog, door de wolken, tot ze rechtop komt te staan op de drukke weekmarkt op het Naftali-plein. In de hemel ontmoet mijn vrouw haar moeder.
  Hansje veranderd in een witte mus; Asrial in een bruin gestreepte mus. Ze vliegen naar het raam. Mijn vrouw en ik zien het merkwaardige paar vogels.
  bronnen: Queen - A Winter's Tale

• XVIII. Op Het Leven! (1065, 2008.10)
  De drie engelen zitten aan een vierkante tafel op het terras voor het blauwe café. Ze eten een hemelse uitsmijter op engelenbrood en drinken nog een bergwater na, al pratend over het raadsel van de witte vogel.
  Jetty en Anne lopen tussen de engelen op de brede boulevard en praten over de echte droom, waarin ze Jetty's dochter ontmoet hebben. Dat het leven niet eerlijk en niet leuk is, maar dat de hemel gemaakt kan worden. Jetty pakt Anne's handen en begint al zingend te dansen. De twee dames dansen langzaam tussen de engelen door, hoger, hoger, tot ze in de lucht drijven.
  Het gesprek van Hansje, Tonny en Jan-Frank gaat verder over wat het leven is.
  Geleidelijk aan koelt de lucht iets af en zakken Jetty en Anne rustig naar beneden, tot voor het tafeltje van de drie jonge mannen. Met twee kleine plopjes staan de twee dames rechtop op de grond. Met zijn vijven drinken ze nog wat.
  bronnen: Crowded House - Heaven That I'm Making
  Het engelenbrood: Exodus 16:31, Numeri 11:7, 4 Ezrea 1:19, Psalm 78:24.
  Kamers: Joh. 14:2.
  Bergwater wijnen.
  Het antwoord is 42 komt uit het boek "The Hitchhiker's Guide to the Galaxy" van Douglas Adams.

• XIX. Het teken. (927, 2008.11)
  Asrial en Cé staan op de groene grasheuvels, met een enkele rode klaproos en veel margrieten. Ze zijn bewapend, en genieten nog even van het nu. Dan is het plotseling stil. Twee raven komen aanvliegen, zij aan zij, onheilspellend in één strakke lijn, recht op hen af. Asrial en Cé kijken elkaar even bevestigend aan en verdwijnen met de wind in hun vleugels langzaam in de lucht.
  De twee raven zijn boodschappers van de oude goden.
  Drie klappen zijn te horen, drie knallen in de lucht.
  Een man die op het platte dak is, daalt af om iets uit zijn huis te halen.
  Een meisje van acht wandelt met haar moeder in de tuin. Het meisje kruipt op de schoot van haar moeder, die liefdevol de armen om haar heen sluit.
  Twee vrouwen zijn op het land aan het werk en gaan terug om een mantel op te halen.
  Maar er komt geen onweer. Alleen een witte veer dwarrelt langzaam naar beneden, als een laatste teken.
  bronnen: Alan Parsons - The Very Last Time
  Veldbloemen: Matteüs 6:25-31.
  Vleugels van de ooievaar: Zach. 5:9-11.
  Een teken: Matteüs 24:17,18.

• XX. In de droom. (524, 2009.04)
  Het is avond. Bij het blauwe café stuurt Martin de drie jonge engelen en Anne aan het werk.
  Het is nacht. Asrial en Hansje waken over mij. Hansje komt in bed liggen.
  Het is ochtend. Hansje veegt wat tranen uit zijn ogen en vertelt wat hij in de droom gesproken heeft.
  bronnen: "What If", Samuel Taylor Coleridge.
  In een droom praten: Numeri 12:6.

• XXI. In de droom (2). (422, 2009.08)
  Ik loop met mijn vrouw langs de Barneveldse beek. En dan zie ik een witte veer op de grond liggen.
  Er staat een groepje Turkse medelanders, vooral één man valt goed op in zijn traditioneel groen, blauw gekleurd gewaad. Ik herken even Hansje erin. Hij zegt iets als: "Ieder mens kan een engel zijn voor een ander".
  Ik moet wel dromen; mijn vrouw zweeft op mij af en kust mij zoals ik nog nooit gekust ben.
  bronnen: Een lucide droom, Wikipedia.

• XXII. Samen. (586, 2009.09)
  Hansje en Asrial zitten achter het glas op het terras naast restaurant de Engel. Ze eten wat, vooral het aardbeienijs is heerlijk. Hansje geniet, proeft, voelt.
  Asrial is bij de Japanse Takezõ Kensei en bij de Koerdische Salãh ad-Dîn geweest in de tijdlus om het vechten te leren, maar vind zichzelf niet goed genoeg omdat ze twee slagen nodig had in het laatste gevecht, en Cé maar één.
  "De mensen zien het niet als het goed gaat. Ze zien ons niet."
  "Nee, maar we zijn er wel."
  bronnen: Melissa Etheridge - This War is over.

• XXIII. Engelen op bezoek. (1266, 2010.10)
  Hansje en Asrial liggen op hun rug in het amper natte gras.
  Ze praten over herinneringen, en wat er gebeurde in Asrials laatste gevecht.
  Dan ziet Asrial aan de zuidoost kant van het huis aan het houten vogelhuisje
  het skelet van een jonge vogel ondersteboven hangen. Asrial wil eerst met haar zwaard de dood reinigen,
  maar Hansje houdt haar tegen, Ze bedenken een andere oplossing, waarbij de mensen het zelf schoon mogen maken.
  Hierbij krijgen zij hulp van engelen op bezoek.
  bronnen: Sarah McLachlan - The Answer.
  De engel Djibra'iel tegen de Heilige Profeet: "Iedere ochtend als ik mijn vleugels uitklap valt uit ieder van mijn 70.000 veren één engel".
  Het gevecht: de film "Crouching Tiger, Hidden Dragon" en het boek "Het uur van de Engelen".
  De mussen: Matteüs 10:29
  wie wil er engelen op bezoek?, Lichtwerkers Website, Nieuwe Energie Forum, juli 2009.
  How Much of Your Memory Is True? , an article by Kathleen McGowan, in discover magazine, August 2009.

• XXIV. Mantel der Liefde. (318, 2010.11)
  Tonny, Anne en Jetty gaan een nicht helpen wat sterker te worden en lopen in het Arsenaal in Leiden.
  bronnen: Dienende geesten: Hebr. 1 : 14
  Frank Boeijen Groep - Mantel der Liefde.

• XXV. Zoals ... engelen doen. (647, 2011.05)
  Hansje vliegt als pimpelmees tegen het raam. Asrial is het er niet mee eens. Martin spreekt Hansje bestraffend toe.
  Tonny, Anne, Hansje en Asrial bespreken de oefeningen om mensen te helpen.
  Ik droom over vrijheid, vrolijkheid, licht & liefde.
  bronnen: Stem uit de hemel: Matt. 17 : 5, Marcus 9 : 7, Lucas 9 : 34
  De spreuk is afkomstig uit Harry Potter en de Halfbloed Prins, J.K. Rowling, 2005.
  De bloeiende-boom-bloem-prinses is een Japanse legende over de godin Kono-Hane-Sakuya-Hime.
  Dan Fogelberg - To The Morning
  

• XXVI. Het regent zonnestralen. (1342, 2011.11)
  Tonny, Anne, Hansje, Asrial en Jetty lopen over het smalle pad door het bos.
  De mist, zonnestralen en schaduwen dansen door elkaar heen.
  Hansje en Asrial zijn gewapend met zwaard en staf. Jetty loopt voorop.
  Op een open plek bij drie eiken blijven vier engelen achter.
  Jetty gaat alleen verder en bezoekt Jo, ooit haar man.
  Deze lijkt op een angstig mensachtig wezen, alleen voor zichzelf.
  Hij bedreigt Jetty, maar tien engelen staan haar bij en laten alle schaduwen op de vlucht gaan.
  bronnen: Soendar Singh: Hij zag de Hemel.
  De notenhaag en de drie eiken: Het sprookje van Roodkapje.
  De steentjes: Het sprookje van Hans en Grietje.
  De tas uit India is te bestellen bij: Return to Sender.
  Het recept van Kaasbrood: Coeliakie.
  Acda en De Munnik - Het regent zonnestralen
  

• XXVII. Wat zie je dan ? (deel 1) (161, 2011.12)
  Jetty moppert; Tonny en Jetty lopen voorop en zien de mist wegtrekken.

• XXVIII. Wat zie je dan ? (deel 2) (234, 2012.02)
  Tonny trekt Anne voor zich, Hansje en Asrial komen erbij en met zijn vijven kijken ze naar het dansende groene poollicht - of de groene energie van de aarde, of van veel engelen. Jetty wordt een machtige, grote engel, als ze gaan dansen in het licht.
  bronnen: Geheimen van het noorderlicht.

• XXIX. En God ziet, dat het licht goed is. (418, 2012.10)
  Anne beseft dat ze kan dingen laten gebeuren met haar gedachten. Jetty houdt haar arm stevig om Anne heen. Tonny houdt de hand van Anne vast. "Je moeder wil wel bij je komen, maar kan het nog niet." Ondertussen begint het te stormen, tot Jetty erg veel denkt aan het licht. De storm gaat liggen en de drie engelen kijken naar de opkomende rode morgenzon.
  bronnen: Genesis 1 vers 1 tot 4; Mattheüs 16 vers 3.
  Van Dik Hout - Laat Het Los / Stil In Mij
  

• XXX. En dit is mooi! (311, 2012.12)
  Hansje vertelt mij zijn verhaal over Anne en het licht; het raakt mij. We zouden meer mogen spelen, meer samen mogen spelen... We zouden meer over het kwetsbare en gevoelige mogen nadenken, meer over het goede spreken. We hoeven niet in een wereld te leven waarin we het mooie niet benoemen.
  bronnen: Marillion - Fantastic Place / Beautiful
  

• XXXI. Het vier-ogen-principe. (494, 2013.04)
  Hansje zit bij mij als Anne en Asrial binnenkomen met een bijzondere hond: Indy. Een Samoyede, hoogbenig, langharig, wit. Vriendelijk, intelligent, oplettend en sterk. En zacht. “De vraag is dan: Mag Indy bij jou en je vrouw blijven? Indy zelf wil graag.”

• XXXII. De groene man (808, 2019.08)
  Ik loop in het paradijs, probeer mijn gedachten over liefde en rouw vorm te geven en kom Hansje tegen. Hij loopt met mij mee.
  bronnen: Jan Smit - Omdat wat ik droom niet mag
  Acda En De Munnik - Laat Me Slapen
  Yes - Time And A Word
  Openbaringen 21 vers 4
  Handelingen 23 vers 9
  Virgina Woolf – De Jaren
  

• XXXIII. Het vijfde element (986, 2023.11)
  Zeventien engelen zitten rond twee kampvuren en vertellen over hun eerste ontmoeting met mij. Ik vertel over mijn eerste ontmoeting met mijn oma Pietje.
  bronnen: Styx - First Time
  Phil Collins - Look Through My Eyes
  Frank Boeijen - Sluit je ogen
  Michael Jackson – Heal the World
  1 Koningen 19 vers 11-13
  Film: The fifth element
  Johannes 8:6
  1 Korintiërs 13
  

• XXXIV. Met andere ogen zien (1318, 2024.02)
  Anne komt door de muur mijn slaapkamer in, terwijl ik in mijn stoel zit. Hansje en Tonny komen ook op de rand van het bed zitten. Ik vertel mijn laatste droom over Frank Stephen en Christie en we praten over de liefde, het leven, de dood. En over wat van het leven maken van een ander. Met een ander.
  bronnen: Van Dik Hout - Met andere ogen
  Peter Gabriel - This is Home
  Steve Winwood - Let Me Make Something in Your Life
  

• XXXV. Ik ben OK (980, 2024.08)
  Ik loop vanuit mijn slaapkamer naar een houten woning in het bos waar Asrial op de schommelbank op de veranda zit. Daar praten wij over de liefde. Er zijn misschien wel uren verstreken, of minuten, en dit huis is misschien wel honderden kamers groot, of zeven. Op de terugweg zeg tegen mijzelf: “Ik ben OK".
  bronnen: Toon Hermans – Het bos
  Henk Westbroek - Ik Krijg Maar Nooit Genoeg Van Jou
  praten over de liefde
  Jesaja 43 vers 3
  Kahlil Gibran – De profeet
  

Overzicht, april 1998 - vandaag.