Okee, dan nu de preek over vergeving in drie delen. Vergeving naar jezelf toe, naar de ander toe, naar God toe. Om maar met de laatste te beginnen (als eerste te zetten J); God en vergeving. In het Oude Testament wordt God neergezet als een God van vergeving. Bij God is vergeving, God zal vergeving schenken enGod vergeeft ook. In de meeste teksten vergeeft God de zonden, verder soms de overtredingen en de ongerechtigheden. Dan krijg ik als taalkundige twee vragen. Wat is zonde, en wat versta ik onder vergeving. Zonde is in eerste instantie je doel missen. In de oude 'Dikke Vandale' wordt bij zonde opgemerkt dat schuld het gevolg is van zonde. Kom ik zo op terug. Zonde als overtreding van goddelijke of wettelijke voorschriften. Volgens mij is zonde niets meer of minder dan een verbroken relatie met God. Mijn doel in mijn leven is op God gericht zijn, met God omgaan, en als ik dat niet doe is dat zonde.
Vergeving is geen betaling meer eisen, het herstellen van de verbroken relatie (tussen God en mij), genade dat alles weer goed is.
In het oude testament is het steeds God die vergeving schenkt, zonder voorbehoud of regels waaraan ik moet voldoen om vergeving te krijgen: het is pure genade dat God altijd klaar staat als God van vergeving.
Schuld als gevolg van zonde. Moeilijk hoor. Maar tegelijkertijd een verademing: juist in de dingen die mij, jou, een ander, een mens aangedaan worden door iemand anders, zoals bij een ongeluk, bij een verkrachting, bij een diefstal is er geen sprake van zonde of schuld. Het is niet mijn schuld als een ander tegen mij aanrijdt, het is niet mijn schuld als een ander mij verkracht.
Om weer terug te komen op het herstellen van de relatie met God. Twee kanten. De menselijke kant, jij of ik. Als er zo iets ergs in je leven gebeurd, is het van belang om steeds te horen en tegen jezelf te zeggen: het was niet mijn fout, niet mijn schuld, ik ben goed, ik ben ok. En vooral: waarom ben ik goed en okee? Omdat God mij goed en okee vind zoals ik ben, met mijn fouten & gebreken, met mijn goede kanten & talenten. God houd van jou en mij zoals wij zijn, en Hij heeft het beste met ons voor. De Goddelijke kant is dat Hij altijd klaar staat om de relatie met de mens te herstellen: niets liever dan dat! God is een God van vergeving en een God van liefde.
Deel twee. De vergeving naar jezelf toe. Daar kan ik niet zoveel mee. Hoe kan ik mijzelf vergeven? Heb ik iets misdaan met mezelf, waardoor ik een relatie met mezelf kan gaan herstellen? Juist bij een gebeurtenis waarbij ik niets misdaan heb en geen schuld of zonde bij mij is, valt er niets te vergeven of te herstellen. Wel denk ik dat ik het ontstane gat in mijn leven zal moeten plaatsen, er mee zal moeten leren leven, zoals ik met alles wat ik doe en met wat er met mij gebeurd zal moeten leren leven. Op een zo goed mogelijke manier, lerend, naar het positieve toe, naar het goede toe, naar God toe. Ja, en soms is er nog heel veel pijn of verdriet, wat weer boven komt, doordat….. En ook dat mag ik naar God toe brengen.
Deel drie en slot. Vergeving van de ander, van de dader. Dan kom ik terecht in het Nieuwe Testament. Waarbij de omstanders verbijsterd vragen: 'Wie kan zonden vergeven dan God alleen?' en 'Wie is toch deze, dat Hij zelfs de zonden vergeeft?'. Ik schreef al dat in het Joodse denken eigenlijk alleen het vergeven van God uit bestaat, en niet naar mensen toe. Jezus brengt daar verandering in, hij trekt het vergeven ook naar de mensen toe. 'Gelijk ook wij vergeven allen die ons iets schuldig zijn'. Het grappige is dat in de verschillende vertalingen van het 'Onze Vader' de zonden ook vertaald worden met schulden of alleen met het kwaad. Alsof ze ook niet goed wisten wat ze ermee aan moesten…
Als ik wat doorlees in het Nieuwe Testament, dan kom ik ook de regels tegen: 'Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven?'. En: 'Indien uw broeder zondigt, bestraf hem, en indien hij berouw heeft, vergeef hem.' En: 'Verdraagt elkander en vergeeft elkander'. Als eerste valt mij op dat het gaat over mijn broeder. Die term wordt alleen gebruikt bij iemand uit de gemeente, iemand die ook een relatie met God heeft en die ook een relatie met mij heeft. Mijn broeder in de Heer. (Voor broeder kan je uiteraard altijd ook zuster lezen J). Dat sluit een onbekende uit. Iemand die ik niet ken, waar ik geen relatie mee heb, en hij doet mij wat aan, daar valt ook niets te vergeven voor mij. Hoe zou ik een relatie kunnen herstellen als er geen relatie is. Hoogstens als er vanuit de dader iets naar het slachtoffer gebeurt ten goede, als de dader het slachtoffer wil leren kennen en iets goed wil maken, kan er van vergeving of van een relatie gesproken worden. Eerder niet. Dat is het tweede wat mij opviel: Eerst berouw van de dader, dan vergeving. Het derde wat mijn plaatje compleet maakt is het 'vergeeft elkander'. Daar zit een wederkerigheid in, zoals die inderdaad thuishoort in een relatie. Maar in de contekst van de tekst is deze vergeving een vrucht van het nieuwe leven, van de wandel in het licht. En alleen als beiden, dader en slachtoffer, een nieuw leven begonnen zijn, letterlijk en figuurlijk, kan er sprake van vergeving zijn. Dus zeg ik: Die vent (of vrouw) kan jij nooit vergeven, alleen als hij iets hersteld van wat hij jouw heeft aangedaan. Zolang dat niet gebeurd moet je geeneens aan vergeven denken.
Vergeving is dan weer iets tussen de dader en God geworden. God weet wat er in de harten van de mensen omgaat en een ieder zal eens voor God verschijnen om de vergeving te krijgen. Dat laat ik ook graag aan God over, want hoe zou ik iemands hart kunnen zien, zonder dat ik hem ken en zonder dat ik een relatie met hem heb, dan alleen de korte en heftige knal in mijn leven? Dat is trouwens iets wat ik steeds tegenkom. Bij iedereen is het van belang dat ze zich niet meer bezighouden met de mensen (ouders, daders of anderen) die het negatieve vertegenwoordigen en die uit zichzelf niets positiefs meebrengen. Laat hen gaan en concentreer je op die mensen en die vrienden die het goede met je voor hebben.
Amen.