-> Privé Pagina -> Studie -> Rechtvaardigen
Rechtvaardigen
Wat is rechtvaardiging?
Rechtvaardigen = Gr. ‚dikaioo‘; Hebr. ‚zadak‘
Uit het woordenboek:
Rechtvaardige = die rechtvaardig is, deugdzaam mens.
Rechtvaardig = handelend naar recht en billijkheid.
billijk, onpartijdig.
verkerend in de rechte verhouding tot God.
recht = niet gebogen of bochtig.
billijk = rechtvaardig en redelijk, rechtmatig, met reden.
deugdzaam = vol deugd, tot deugd geneigd, goede zeden bezittend.
deugd = het goed zijn in zedelijke zin,
de voortdurende gezindheid het goede te doen en het slechte na te laten
onpartijdig = on vooringenomen, niet door persoonlijke belangen, voorkeur
of genegenheid zich bij zijn oordeel laten leiden.
zeden = al de gedragingen en handelingen die in zekere kring
algemeen als goed of geoorloofd gelden en aanvaard worden.
oprecht = echt, waar, zuiver.
onberispelijk = geen aanleiding gevend tot enige berisping
rechtschapen = van deugdzame inborst, braaf, eerlijk.
vroom = deugdzaam, godvruchtig.
Uit de Bijbel:
Gen. 6:9
Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man;
Noach wandelde met God.
Staten: Noach was een rechtvaardig, oprecht man
NBG: Noach was een rechtvaardig en onberispelijk man
Groot-Nieuws: Hij was rechtvaardig en deed volstrekt geen kwaad
Willibrord: Noach was een rechtschapen en onberispelijk man
Luther: Noach was een vroom man, en onberispelijk
Leidsche: Noach was een rechtschapen en onberispelijk man
Nieuwe BV: Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige
die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God.
Rest verwijzingen
Gen. 18:23 Zult gij dan de rechtvaardigen met de goddelozen verdelgen?
Gen. 18:24 Misschien zijn er 50 rechtvaardigen in de stad
1 Kon. 8:32
Job 12:4
Zacharias en zijn vrouw Elisabet (pa & ma van Johannes):
Staten: En zij waren beiden rechtvaardig voor God,
wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.
NBG: Zij waren beiden rechtvaardig voor God
en leefden naar alle geboden en eisen des Heren, onberispelijk.
Groot-Nieuws: Beiden deden wat God van hen wilde en
ze kwamen de geboden en de voorschriften van de Heer stipt na.
Willibrord: Beiden waren rechtvaardig in Gods ogen
en leefden onberispelijk volgens alle geboden en voorschriften van de Heer.
Luther: En zij waren beide vroom voor God,
en wandelden in alle geboden en instellingen des Heren onberispelijk.
Leidsche: Beiden waren rechtschapen in de ogen van God,
daar zij zich onberispelijk gedroegen naar al de voorschriften
en verordeningen des Heeren.
CATECHISMUS
of onderwijzing in de Christelijke leer,
die in de Nederlandse Gereformeerde Kerken en Scholen geleerd wordt
Zondag 23:
Vr.60. Hoe zijt gij rechtvaardig voor God?
Antw. Alleen door een waar geloof in Jezus Christus a;
alzo dat, al is het dat mij mijn consciëntie aanklaagt
dat ik tegen al de geboden Gods zwaarlijk gezondigd
en geen daarvan gehouden heb b,
en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben c,
nochtans God, zonder enige verdienste mijnerzijds d,
uit louter genade e
mij de volkomen genoegdoening f,
gerechtigheid en heiligheid van Christus g
schenkt en toerekent h,
evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan,
ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht,
die Christus voor mij volbracht heeft i,
in zoverre ik zulke weldaad met een gelovig hart aanneem j.
a Ro 3:21,22,24 Ro 5:1,2 Gal 2:16 Eph 2:8,9 Php 3:9
b Ro 3:9
c Ro 7:23
d Tit 3:5 De 9:6 Eze 36:22
e Ro 3:24 Eph 2:8
f 1Jo 2:2
g 1Jo 2:1
h Ro 4:4 2Co 5:19
i 2Co 5:21
j Ro 3:22 Joh 3:18
Formulier om de Heiligen Doop te bedienen aan de kleine kinderen der gelovigen
Als wij gedoopt worden in de naam van de Zoon, verzegelt ons de Zoon,
dat Hij ons wast in Zijn bloed van al onze zonden en ons zo in de gemeenschap
van Zijn dood en opstanding inlijft, dat wij van al onze zonden bevrijd en
voor God rechtvaardig gerekend worden.
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Artikel 14 - De schepping van de mens; zijn val en zijn verdorvenheid
Wij geloven dat God de mens uit het stof van de aarde geschapen heeft
en hem gemaakt en gevormd heeft naar zijn beeld en gelijkenis: goed,
rechtvaardig en heilig, zodat hij met zijn wil in alles overeen kon
stemmen met de wil van God.
De vraag, die Luther bezig hield was toen razend actueel en zijn antwoord niet
zozeer nieuw als wel wereldschokkend, zo schokkend, dat hij uit de kerk werd gezet, ...
en uit de samenleving werd verbannen.
En wat was dan die prangende vraag:
Hoe word ik rechtvaardig voor God? Of andersom geformuleerd:
Hoe bekom ik, dat God mij genadig zal zijn?
Maar, diep in zijn hart, bleef de onrust bestaan, ja hoe meer hij zich inspande
om 'goed en vroom' te leven, rechtvaardig te zijn, hoe meer de twijfel aan hem
begon te knagen, of het ooit zou lukken.
- Hoe word ik rechtvaardig voor God? vroeg Luther
- Hou maar op, dat zal je nooit lukken., antwoordde Paulus.
Terugblikkend beschrijft hij het later zo:
"Ik haatte het woord "gerechtigheid": het vervloekte en verdoemde mij.
Ik zei tegen God: Houdt gij dan nooit op mij te plagen met uw toorn?
Maar ik hield onderwijl ook niet op te bonzen tegen dat woord van
Paulus: "De rechtvaardige zal door het geloof leven". En ineens zag ik
het: wij leven, wij léven niet door ons doen, maar (door het geloof)
doordat God ons zijn gerechtigheid schenkt in Christus. Toen werd die
tekst van de apostel Paulus mij tot een porta paradisi, tot de deur
van het paradijs.
Externe Links
Genade Bijbel Stichting: Rechtvaardiging