Na de dood van haar vriendin en huisgenote besluit de gepensioneerde lerares Julia Garnet om voor een half jaar naar Venetië te gaan. Zij raakt betoverd door de vele afbeeldingen van engelen die ze ziet, en duikt in de apocriefe boeken om het verhaal van de aartsengel Rafaël en Tobias te lezen. Haar ontmoetingen met een Engelse tweeling die restauratiewerkzaamheden verrricht in een kleine kapel met een Italiaanse kunsthistoricus maken haar nog bewuster van het bestaan van engelen. Wanneer Julia voor het eerst echt verliefd wordt, verandert haar leven voorgoed.
In de kerk van aartsengel Rafaël ontdekt Julia schilderingen die het apocriefe boek Tobias uitbeelden, waarin Tobias zijn zoon op reis stuurt zonder dat hij weet dat aartsengel Rafaël hem vergezelt.
Het eeuwenoude verhaal van Tobias en de ervaringen van Julia vertonen opvallende parallellen en worden op een bijzondere wijze met elkaar verweven tegen het decor van het eeuwenoude Venetië.