De achterkant:
Nina Karsavina groeit op in een aristocratisch milieu in het tsaristische Rusland. Het is 1910 en Nina leidt een sprookjesachtig mooi leven in het prachtige huis waarin zij samen met haar mooie moeder, haar excentrieke vader en haar oudere zus Katja woont. Tot het moment dat haar moeder sterft en haar vader zijn verstand verliest.
Het prachtige landgoed wordt verbouwd tot hospitaal en Nina moet tot haar afschuw als ziekenzuster aan het werk. In zijn obsessie laat haar vader haar geen andere keus en er is maar één manier om aan deze slavernij te ontkomen: in het diepste geheim trouwt de veertienjarige Nina met Richard, een knappe maar raadselachtige Engelsman, en ze vertrekt onmiddellijk met hem naar het Verenigd Koninkrijk.
In Brighton zijn Nina en Richard een aantal jaren erg gelukkig met elkaar. Totdat Nina Richards verschrikkelijke geheim ontdekt en de Eerste Wereldoorlog opnieuw haar hele wereld omverwerpt...
Blake zag een boom vol engelen op Peckham Rye,
En zijn handen konden zich om het vreselijke tijgerhart vouwen.
Blake kende de diepte van de Hel, de Hemelse hoogte erbij,
En kon het heelal van een klein deeltje bouwen.
(Vertaling van een fragment uit Mad Blake, William Rose Benét).
Even na tienen op de ochtend van vrijdag 20 december 1918 hing een engel boven de haven van Sydney.
Tegen de historische achtergrond zou een engel boven Sydney net zoveel géne als verbazing gewekt kunnen hebben.
Maar toevalligerwijs ging het moment onopgemerkt voorbij, want van de honderden potentiële getuigen die
zich bij de haven verzameld hadden, keek er niet eentje omhoog.
Een journalist was zich vaag bewust van iets groots met vleugels boven zijn hoofd;
ongetwijfeld een pelikaan.
En zo kwam het dat er in de krant van de volgende dag geen verslag was van de wonderlijke verschijning.
De engel werd gewoon steeds kleiner, tot hij niets anders was dan een geelbruin wolkje,
zwevend tegen een verder heldere Australische lucht.
blz. 11,12,13.
Voordat ik van mijn bed opstond, begreep ik dat ik nu verder door het leven ging als een engel, onder de directe leiding van de Heer, om het nieuws van zijn tweede komst aan te kondigen. Daarbij kreeg ik een beetje de indruk dat ik dit op een buitengewone manier moest doen, en door te zingen; en dit idee achtervolgde me tijdens alle stadia van mijn waanzin.
John T. Perceval, A Narrative of the Treatment Recieved by a Gentleman, During a State of Mental Derangement (1840)
In het maanlicht was de oranjerie net zo groot als een kathedraal.
Ze zat daar lange tijd en voelde niets anders dan wanhoop en pijn in haar keel.
En toen werd ze geleidelijk nog iets anders gewaar, een gevoel alsof haar zenuwen gespannen waren.
Het leek op het gevoel dat ze had als ze met een van de halfwilde boerderijkatten speelde:
de kat kwam dichterbij tot ze bijna met de neuzen tegen elkaar stonden, en als het dierlijke vlees naderde,
begon het vel van haar eigen neus te tintelen.
Nu voelde haar hele lichaam zo, alsof een groot dier vlakbij was.
'Nina'. De stem kwam van boven en ze staarde omhoog in de bladeren van de palmboom.
'Nina'. De stem klonk diep en hoewel het geluid was, nam ze het ook waar als kleur. De kleur was brons.
'Nina'. De palmbladeren namen de vorm van vleugels aan. Er was een gezicht. Ogen die alles konden zien.
Een engel.
'Nina'. Hij sprak van heel ver weg, van de bovenkant van de oranjerie,
die nu zo hoog was als het hoogste gebouw op aarde. Maar hij was ook heel dichtbij, fluisterend in haar oor.
'Ja?' fluisterde ze terug.
'Je moet weggaan, heel ver weg,' zei de engel.
blz. 65.
Het lot van de een wordt gesmeed door engelen met kleine zilveren hamertjes, terwijl de duivel dat van de ander smeedt met de dikke kant van een bijl.
Gezegde
Vergeet niet gastvrij te zijn. Daardoor hebben sommigen, ongeweten, engelen onderdak verleend.
Hebreeërs, 13:2
Nina's ogen zwommen terwijl haar handen blindelings in het kistje op zoek gingen tot ze een vierkant stukje zijde voelden.
Het was op sommige plaatsen flinterdun en verschoten, maar ooit moest het blauw zo diep geweest zijn...
De zijde trilde toen Nina het op haar schoot legde. De geborduurde takken van de boom reikten naar de hemel,
en op elke tak zat een plompe regenboog bestaande uit felgekleurde vogels.
Een vogelfamilie die over de wereld was gemigreerd.
Maar het waren geen vogels. Haar bril verder haar neus op duwend, bekeek Nina het lapje nog eens beter.
Hoe kon het dat ze dat niet eerder had opgemerkt? Elke regenboog had twee vleugels, ja, maar ook een halo...
'Engelen!'
Onwillekeurig lachte ze door haar tranen heen naar de vrolijke engelen die daar in een boom zaten waarvan de takken naar de hemel reikten,
terwijl de wortels, een ingewikkeld patroon van draden, diep in de aarde eronder zonken:
hun opdracht was om stevig vast te houden, welke calamiteiten zich aan de oppervlakte ook voordeden.
blz. 345
Andere titel: Het geheime geluk van Nina Karsavina