-> Woord -> Boeken over Engelen -> Een engel op je pad; honderd en één engelenervaringen.
H.C. Moolenburgh - Een engel op je pad; honderd en één engelenervaringen,
1991, Uitgeverij Ankh-Hermes bv, Deventer.
214 blz., geill., pb., € 13,40
Trefw.: engelen
Honderdeneen engelenervaringen uit vele delen van de wereld zijn in dit boek opgenomen.
Ze hebben allen gemeen dat wie het overkwam een geheel ander mens werd en veel bewuster ging leven.
- Dan plotseling, komt er een heel mooi, heel lief blond meisje van ongeveer vier jaar aangelopen. Ze spreidt haar armpjes uit en houdt het andere meisje tegen. En verdwijnt als in het niets opgelost.
- Toen, geheel onverwacht, kwam er een man aangelopen. Hij zag eruit als iemand van ongeveer veertig jaar, eenvoudig, netjes gekleed , met een vriendelijk gezicht. Hij zei helemaal niets, maar duwde met groot gemak de auto van het ravijn weg. De man groette, draaide zich om, liep weg in de tegenover gestelde richting vanwaar hij was aan komen lopen en was opeens spoorloos verdwenen.
- Er bestaan gaten in het web van de schepping. Meestal zien we die niet, we lopen eraan voorbij, maar onder speciale condities wordt zo'n gat ineens zichtbaar. Dan blijkt dat er een venster of een deur naar de andere wereld is.
- Het aanraken van de hemel geeft nogal een drommachtige verandering van het bewustzijn, waardoor datgene wat ons anders bizar of vreemd zou voorkomen, nu normaal is of niet wordt opgemerkt. Engelervaringen liggen dicht bij onze dromen, de nachtwereld, en daarom hebben ze naast hun letterlijke waarde ook een symbolische waarde.
- Er is een oude joodse traditie die zegt dat de mens steeds door twee engelen geflankeerd wordt.
De rechter inspireert tot het goede en de linker tekent zijn fouten op.
- Diezelfde joodse traditie zegt: "Ga nooit aan het voeteneinde van een zieke staan, want die plaats is voor de beschermengel gereserveerd.
- Hij zag plotseling een gestalte staan. Deze was geheel in het wit gekleed, alsof hij een witte overal aan had die tot over zijn voeten viel. Alhoewel het nog steeds pikdonker was, kon hij de gestalte duidelijk waarnemen. Op de plaats van de ogen en de mond waren slechts donkere strepen te zien.
- Er stond een man naast haar bed. Ze wist niet of hij jong was of van middelbare leeftijd. Zijn gezicht was glad maar niet jong. Zijn haren krulden maar ze waren grijs. Hij was geleed in een zachtgrijs gewaad met wijde mouwen van een stof die ze later zou leren kennen als linnen. Hij stond rechts naast haar bed, maar hij keek haar niet aan.
- Een vrouw werd 's morgens wakker en tot haar grote verbazing zweefde er een engel boven haar bed. Hij was tussen de 1.70 en 1.80 lang, had blond haar dat - hoewel hij horizontaal zweefde - niet voor zijn gezicht viel. Hij had een lang, wit gewaad aan dat ook zijn voeten bedekte en dat niet scherp begrensd was, doch meer zoals dat met wolken het geval is, die ook geen scherpe rand hebben. Hij had prachtige, helderblauwe, ongeveer 20 cm brede sjerp om en hield de armen over zijn borst gekruist. Toen maakte hij een kleine beweging met de ellebogen en was verdwenen, maar in de kamer bleef een heerlijke rozengeur hangen.
- Dan, op een nacht, dalen er terzijde van haar bed twee engelen neer. Plotseling valt het haar op dat de ene engel groot en de andere klein is. Ze durft nu naar hun gezichten te kijken en ziet tot haar verrassing dat de grote engel het gezicht heeft van haar vroeg gestorven broer en dat de kleine engel het gezicht heeft van haar net overleden zoontje. Dan is er een soort brandend en flikkerend licht, dat toch heel zacht van aard is, helemaal om haar en de engelen heen. Ze wordt gebaad in een hemels licht.
- Hij werd plotseling aangeraakt door een gedaante, die hij naderhand een engel zou noemen. De gestalte stond in een prachtig licht waar een geweldige rust van uit ging. De engel had handen als van een vrouw, maar ogen als van een man. Om één vinger had hij een rechthoekige groene ring.
- Literatuur:
- Carlos Castaneda, Een aparte werkelijkheid, De Bezige Bij, Amsterdam.
- L.R. Conradi, De dienst der goede engelen, Internationaal Traktaat Genootschap, 1908.
- E. Kübler-Ross, Kinderen en de dood, Ambo, Baarn
- E. Kübler-Ross, Over de dood en het leven daarna, Ambo, Baarn, 1985.
- G. Mallasz, Gesprek met de engelen, Lemniscaat, Rotterdam.
- Maartje van Tijn, Midrasjim I, Over de uittocht uit Egypte, J.H. Kok, Kampen.