Dit is een wonderlijk boek. Het gaat onder andere over de aartsengel Gabriël, inderdaad zoals wij die uit de Bijbel kennen. Een uiteenzetting over deze aartsengel in de traditionele zin is het echter geenszins. Het is inderdaad de engel die Maria de blijde boodschap bracht, maar daarmee houdt het verband met de Bijbel wel ongeveer op.
De schrijver, die eerder schreef over de Bijbel en de dichter Rilke, beoefent onder andere het Zen-Boeddhisme en probeert door meditatie en contact met leermeesters tot grotere geestelijke hoogte te komen. Dat lukt hem slechts ten dele.
Niettemin heeft hij enkele ontmoetingen met de aartsengel en wel op twee verschillende manieren: de engel verschijnt hem in in menselijke gedaante en hij wordt door de engel via een uittreding meegevoerd naar de hemelen. Deze ontmoetingen maken de kern van het boek uit. Het verslag daarvan komt authentiek over: de schrijver wordt meegevoerd langs hemelen van verschillende niveaus waar hij onder anderen Thomas van Aquino en Dante ontmoet.
Het probleem bij de weergave van dit soort ervaringen is dat aardse woorden tekort schieten en soms een verkeerd beeld geven. In die zin laat het boek soms naast indrukwekkende ervaringen een verwarrend beeld achter.