-> Studie -> Alles over Engelen -> Geschiedenis van Engelen -> Astarte, Isis, Maria

I S I S

Isis

Over de koningin van de hemel, de hemelgodin zijn veel verschillende namen bekend, en ook veel namen niet. In de bijbel wordt zij geregeld alleen met de term "de koningin des hemels" benoemd.

Asteroth, Astaroth, Astoreth, ash'-ta-roth, as'-ta-roth

De Refaïeten woonden in Asteroth-Karnaïm (Genesis 14 vers 5), 1 van de bekendste inwoners was Uzzia, de Asterathiet (1 Kronieken 11 vers 44), 1 van de 30 helden van koning David. De plaats lag in Basan, een vruchtbare landstreek ten oosten van het meer van Gennésareth, en werd later alleen Asteroth genoemd (Deuteronomium 1 vers 5). Alleen Og, De koning van Basan, was overgebleven als laatste der Refaïeten (Deuteronomium 3 vers 13) en hij werd verslagen door Mozes aan het einde van de woestijnreis van 40 jaar.

De stad werd later Beësthera (be`eshterah) genoemd (Jozua 21 vers 27), en werd een levietenstad. De naam be`eshterah betekent hier huis of tempel van Ashtoreth. Het is identiek aan Ashtaroth (I Kronieken 6 vers 72). Ashtaroth is het meervoud van Ashtoreth. Nog eenmaal komt de naam van de stad voor in Amos 6 vers 13, als de profeet verzucht: "hebben wij niet door onze kracht Karnaïm voor ons veroverd?"

Isis


Terug naar het begin

Voor de volledigheid hier een opsomming van de namen waarmee de hemelgodin bekend was in de vruchtbare halve maan van de oudheid: van Soemerië tot de Fenicische steden Tyrus en Sidon, van de Israëlieten, de Ammorieten, tot de Egyptenaren.

Gevleugelde Isis
Gevleugelde Isis, Egyptisch Museum, Cairo,
Polychrome, 1150 voor Christus


Terug naar het begin

De hemelkoningin in de Bijbel

Onder de term 'hemelkoningin' komt de godin met vleugels nog meer in de Bijbel voor, zelfs tot in het heiligste van de tempel in Jeruzalem.

1 Koningen 11 vers 5:


Zo Liep Salomo Astarte de godin der Sidoniërs achterna.
Jeremia 7 vers 18:

De vrouwen keden deeg om offerkoeken te maken voor de koningin des hemels
2 Koningen 21 vers 7:

Hij (Koning Manasse) plaatste ook een beeld van Asjera, 
dat hij gemaakt had,
in het heiligste van de tempel van Jeruzalem
2 Koningen 23 vers 6:

Voorts bracht Hij (Koning Josia) den gewijden paal 
uit het huis des Heren weg,...
en verbrandde hem...
en verpulverde hem tot stof...
Hij brak de verblijven af van de aan ontucht gewijde mannen,
in het Huis des Heren, 
waar de vrouwen hoezen voor de Asjera weefden...


Terug naar het begin

De hemelkoningin na de Bijbelse tijd

Door keizer Caligula werd in het jaar 38 in Rome een Isis-tempel geopend. Daarmee werd de verering van de Egyptische godin Isis in het Romeinse rijk een feit.
Pas in het jaar 395 werd haar tempel in Efese verwoest en vervangen door een nieuw exemplaar, dat voortaan aan Maria was gewijd. Op het concilie van Ephese in 431 werd deze nauwelijks in de bijbel vermelde moeder van Jezus tot de Moeder Gods verheven.
De vleugels heeft Maria niet meer meegekregen. Wel de sterren rond haar hoofd. En de voorstelling van Maria met het kindeke Jezus op schoot gaat terug op voorstellingen van Isis (met Horus) en Isjtar (met Tammoetz) haar kind op schoot. Net als Isjtar is Maria de eeuwige maagd.
Tenslotte, als voorbeeld, wordt in de Mariahymne opus 171 nummer 6 van Josef Rheinberger het Ave Regina aangeheven:


Ave Regina coelorum
Ave Domina Angelorum

Wees gegroet, Koningin der hemelen,
Wees gegroet, Vorstin der engelen