óf drie jaren van honger,
óf drie maanden
   van vluchten
   voor het aanschijn van je benauwers
   terwijl het zwaard van je vijanden
   je inhaalt,
óf een drietal dagen het zwaard van de Ene
   en pest in het land
met de engel van de Ene
verderf zaaiend in heel Israëls gebied;

David kiest voor het laatste.
Dan geeft de Ene pest in Israël, door de hand van een engel.

De engel strekt zijn hand uit om te verderven...
De engel zaait verderf...
De engel slaat in op de gemeenschap...
Om ook daar dood en verderf te zaaien,
Om het te verdelgen...

Tot de Ene spijt krijgt.

Het keervers in het verhaal zit in 2 Samuël vers 16 - waar de engel bij Jeruzalem stopt;
en vers 17 - waar koning David de engel ziet.

De engel van de Ene was toen
bij de dorsvloer van Arauna de Jeboesiet.

David zegt tot de Ene,
   als hij ziet hoe de engel inslaat
   op de gemeenschap,-

Het is bij deze dorsvloer waar David een altaar moet bouwen, en waar later Salomo de tempel bouwt.
Het is bij deze dorsvloer de top van de berg Moria, waar Abraham het offer van Izaäk (bijna) bracht.

In dit verhaal en in het uitgebreide verhaal in 1 Kronieken worden de namen Arauna en Ornan gebruikt; buitenlandse namen, zonder betekenis. Behalve in 2 Samuël 24:18 waar Aranja wordt gebruikt; en dat betekent "vreugde des Heren".
Het is op de plek waar de engel van de Ene stopt, waar de Ene vreugde beleeft.

David heft zijn ogen op
en ziet
de engel van de Ene stilstaan
tussen de aarde en de hemel,
zijn zwaard getrokken in zijn hand
uitgespreid over Jeruzalem;

Dat is overweldigend wat David ziet. De engel van de Ene [mal'ak yhwh], met zijn zwaard in de hand, waardoor op één dag zeventig duizend mannen gedood worden, vrouwen en kinderen nog niet meegerekend - David heft zijn ogen op en ziet, en als Ornan zich omkeert ziet hij; voor de overige mensen is de engel van de Ene onzichtbaar. Zij zien alleen de pest, zij zien alleen de dood.

Het verhaal eindigd goed. Het offer van David wordt aanvaard door de Ene; de engel van de Ene stopt met zijn verderf.

De Ene zegt tot de engel
dat hij zijn zwaard moet laten terugkeren
   in de schede.

Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de Naardense Bijbel.

Andere verwijzingen: