In het boek dat aan Johannes wordt toegeschreven komt een engel 64 keer voor.
door de zending van zijn engel Openbaring 1:1
De engel die aan Johannes de boodschap van Jezus brengt, kan een menselijke boodschapper zijn.
In hoofdstuk 22 (tegen het einde van het boek aan) verteld de engel nog een keer dat hij gezonden is door God.
En als Johannes de engel wil aanbidden, roept deze uit:
ik ben een mededienaar van jou, en van jouw broeders Openbaring 22:9
De openabaringen van Johannes zijn bedoeld voor zeven gemeenten:
Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.
Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat de ‘engel van de vergadering'
een menselijke boodschapper (aggelos bode, boodschapper) is,
de boodschapper van de gemeente.
Of, zoals in Openbaring 21 vers 7: ‘de maat van een mens,
die ook die van een engel is.'
de zeven sterren zijn de engelen van de zeven vergaderingen, Openbaring 1:20, 2:1, 2:8, 2:12, 2:18, 3:1, 3:7, 3:14
Daarnaast ziet Johannes engelen: ‘een sterke engel', hoort hij ‘een stem van vele engelen',
ziet hij ‘vier engelen staan bij de vier hoeken van de aarde', ‘een andere engel opkomen',
‘alle engelen stonden rondom de troon', ‘zeven engelen staan voor het aanschijn van God (met bazuinen)',
‘een andere engel', ‘de engel van de wateren', ‘de engel
die op de zee en op het land staat',
‘de vier engelen die zijn vastgebonden bij de grote rivier, de Eufraat',
‘voor het aanschijn van de heilige engelen', ‘zeven andere engelen', ‘één sterke engel',
En ik zag een andere sterke engel gehuld in een wolk neerdalen vanuit de hemel; de regenboog was boven zijn hoofd, zijn aangezicht was als de zon, en zijn voeten als zuilen van vuur.
Openbaring 3:5, 5:2,11, 7:1,2,11, 8:2,3,4,5,6,8,10,12,13,
9:1,13,14,15, 10:1,5,7,8,9,10, 11:15, 14:6,8,9,10,15,17,18,19
15:1,6,7,8, 16:1,5, 17:1,7, 18:1,21, 19:17,
20:1, 21:9,12,17, 22:6,8,16.
Vermeldenswaard is de oorlog in de hemel. De engelen die strijden met Michaël tegen de draak,
die néérgeworpen wordt, en zijn engelen met hem.
Als laatste is er het raadsel over de vreemde sprinkhanen die uit de put van de afgrond komen.
Zij hebben over zich als koning de engel van de afgrond, wiens naam is in het Hebreeuws 'Abadon',- verwoesting, en in het Grieks is zijn naam 'Apollyon',- verderver. Openbaring 9:1 tot 11
Appollyon doet sterk denken aan de Griekse god Apollo. Als zoon van Zeus was Apollo de god van het licht, van de zon, van muziek en schone kunsten, van genezing en van de profetie. Maar diegene die in de steden woonde die Apollo haatte, daar zond hij allerlei plagen naartoe.
Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de
Naardense Bijbel.
Andere verwijzingen: