Dan komt 
een engel van de Ene
en zet zich onder de eik bij Ofra,

...Gideon is bezig...

Dan laat de engel van de Ene 
   zich aan hem zien;
hij zegt tot hem:
de Ene zij met je, held vol kracht!

Gideon gaat in gesprek met de engel van de Ene, die al snel in het verhaal de Ene (YHWH) wordt en blijft, tot Gideon een broodgift klaarmaakt. Dan is de Ene weer de engel van de Ene.

Dan strekt
de engel van de Ene
het uiteinde van de stok die in zijn hand is uit
en raakt het vlees aan en de matses;
vuur stijgt op uit de rots
en verteert het vlees en de matses;
de engel van de Ene
is intussen weggegaan uit zijn ogen.   

Gideon ziet in
dat hij een engel is van de Ene.

Gideon zegt:
wee mij, mijn heer, de Ene!,
dat ik zó de engel van de Ene gezien heb,
van aangezicht tot aangezicht!

Hierna komt de engel van de Ene niet meer in het verhaal voor. De Ene (YHWH) stelt Gideon gerust (vrede voor jou, vrees niet, je zult niet sterven!) en gaat met Gideon de strijd aan. De Midjanieten worden verslagen, en men wil Gideon als koning, maar hij weigert: over u heersen zal de Ene!
Het land heeft veertig jaar rust in de dagen van Gideon.

Kort samengevat gaat het verhaal als volgt:
De engel gaat zitten onder een eik, onzichtbaar voor Gideon, tot de engel zich laat zien. Ze praten; tijdens het gesprek is het opeens de Ene die praat - Gideon maakt een offer klaar, dat de engel met een stok in brand brengt. De engel verdwijnt ongemerkt. En Gideon beseft nu opeens dat het de engel van de Ene is.

Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de Naardense Bijbel.

Andere verwijzingen: