Schijnwerpers op nieuwe Chinazaal Volkenkunde

Het Museum Volkenkunde stelt, in samenwerking met twee Chinese instituten, een aantal terracottakrijgers tentoon in de nieuw te openen Chinazaal. Van 6 april 2012 tot 10 maart 2013 zullen deze beelden deel uitmaken van een collectie grafmonumenten van de eerste keizer van China, Qin Shihuang.

Het gaat om drie originele beelden uit de derde eeuw voor Christus: een knielende boogschutter, een soldaat en een officier. Geschat wordt dat het volledige terracottaleger, gedeeltelijk te bezichtigen in Xi’an (centraal China), bestaat uit meer dan 7000 figuren: soldaten, paarden en wagens, officieren. In 1974 stuitten een paar Chinese boeren op de eerste beelden en anno 2012 zijn de opgravingen nog steeds niet beëindigd. In samenwerking met het Shaanxi Provincial Cultural Relics Bureau en het Shaanxi Cultural Heritage Promotion Centre worden in april drie van deze beelden naar Leiden verscheept. Er zijn allerlei onderhandelingen en hoog bezoek van de Chinezen  aan vooraf gegaan”, vertelt Geke Vinke, hoofd PR & Marketing bij het Museum Volkenkunde.

Succesvol noorden
In 2008 waren er al terracottakrijgers te bewonderen in het Drents Museum te Assen.Bij hoge uitzondering mochten de kwetsbare beelden reizen”, vermeldt de website van het museum. De tentoonstelling trok 354.000 bezoekers, waarmee het de succesvolste tentoonstelling was in het noorden van Nederland,  aldus nieuws.nl. Drs. Anne Sytske Keijser, docent Chinese Literatuur aan de Universiteit Leiden, hoopt dat ook deze tentoonstelling interesse in de Chinese cultuur wekt. “Die krijgers hadden voor eeuwig het graf van de Eerste Keizer moeten bewaken, dus als bezoeker ben je op een bepaalde manier een voyeur”, stelt Keijser. “Bovendien is het voor mij persoonlijk bijzonder, omdat de opleiding Chinastudies vroeger in het museum gevestigd was.”

Achtste wereldwonder
Drie jaar geleden werden in Assen vijftien krijgers tentoon gesteld, waarom staan er dan straks in Leiden maar drie? “Het bijzondere is en blijft, of er nou om een of honderd beelden gaat, dat je van heel dichtbij kunt kijken naar iets wat de Chinezen het achtste wereldwonder zijn gaan noemen. Ze maken deel uit van de belangrijkste archeologische vondst van de twintigste eeuw”, vertelt Vinke. Keijser, in antwoord op dezelfde vraag: “De krijgers hebben mij altijd aangesproken omdat ze een prachtig voorbeeld zijn van het hoge niveau van de Chinese ambachtslieden in die tijd. De beelden maken de geschiedenis tastbaar. Als je voor zo’n krijger staat, sta je oog in oog met iemand van 2200 jaar geleden.”

De genoemde samenwerking met de beide instituten houdt ook in dat Chinese autoriteiten jaarlijks een nieuwe collectie kunst, verzameld uit diverse musea, naar Leiden sturen. Vinke: “Het terracottaleger is een wereldberoemd begrip. Als je die naar je museum kunt halen en tegelijkertijd daarmee de schijnwerpers op je eigen Chinazaal en –collectie kunt richten, is dat natuurlijk geweldig.”